ECLI:NL:RBUTR:2010:BO3685
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord in het kader van de schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 11 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de schuldsanering en vaststelling van een dwangakkoord door [verzoekster], die een schuldregeling had aangeboden aan haar schuldeisers. De verzoekster, geboren in 1950 en wonende in [woonplaats], had een maandelijks inkomen van € 1.437,49, met een vrij te laten bedrag van € 1.198,96. Dit resulteerde in een beschikbaar bedrag van € 239,15 per maand voor betaling aan schuldeisers, waarmee in 36 maanden een totaal van € 8.609,40 kon worden gereserveerd. Na aftrek van de kosten van de schuldhulpverlener bleef er € 7.618,55 over voor de schuldeisers.
De Nederlandse Energie Maatschappij (NEM) was de enige schuldeiser die het aangeboden akkoord niet had aanvaard, omdat zij minimaal 30% van haar vordering wilde vergoed krijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling aanzienlijk lager was dan de volledige vordering van NEM, wat de weigering van NEM rechtvaardigde. De rechtbank overwoog dat de aangeboden regeling niet de waarborgen bood die de wettelijke schuldsanering biedt, en dat de kosten in het aangeboden akkoord lager waren, maar dit niet opwoog tegen de geboden waarborgen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat NEM in redelijkheid tot haar weigering kon komen en heeft het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord afgewezen. Na deze afwijzing heeft [verzoekster] desgevraagd verklaard het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling in te trekken, met de mogelijkheid om dit besluit tot 25 november 2010 te heroverwegen. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en het vonnis is openbaar uitgesproken door M.H.F. van Vugt.