ECLI:NL:RBUTR:2010:BO4181

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
31 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
688149 BU 10-427
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersboete wegens overschrijding van de doorgetrokken streep met inhaalactie van een graafmachine

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Utrecht op 31 mei 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete van € 150,00 die aan betrokkene was opgelegd wegens het overschrijden van de doorgetrokken streep. Betrokkene voerde aan dat hij een graafmachine inhaalde die ter plaatse aan het werk was en dat hij het overige verkeer niet in gevaar had gebracht. De kantonrechter oordeelde dat de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging. De verklaring van de verbalisant gaf aan dat betrokkene over een afstand van 50 meter een bus had ingehaald, wat leidde tot een gevaarlijke situatie waarbij de verbalisant moest remmen om een aanrijding te voorkomen. Betrokkene kon geen specifieke feiten of omstandigheden aanvoeren die de verklaring van de verbalisant in twijfel trokken. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, omdat de gedraging vaststond en er geen aanleiding was om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Utrecht
zaaknummer: 688149 BU 10-427
CJIB-nummer: [nummer]
beslissing d.d. 31 mei 2010
inzake
[betrokkene], wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen: betrokkene.
Verloop van de procedure
Bij brief van 16 december 2009, ontvangen op 18 december 2009, heeft betrokkene beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, gegeven op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), bekend onder bovengenoemd CJIB-nummer.
Betrokkene is in de gelegenheid gesteld alle op het beroepschrift betrekking hebbende stukken in te zien.
Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie is behandeld ter zitting van 17 mei 2010. Betrokkene is verschenen. Namens de officier van justitie is verschenen A. Rijks, werkzaam bij de CVOM.
Vervolgens heeft de kantonrechter deze beslissing gegeven.
Beoordeling van het beroep
Aan betrokkene is een sanctie van € 150,00 opgelegd terzake van de in de inleidende beschikking aangeduide gedraging op de St. Jacobsstraat op 24 juni 2009 om 10.50 uur te Utrecht met de personenauto, kenteken [nummer]:
de doorgetrokken streep overschrijden tussen rijstroken/op paden met verkeer in beide richtingen naar links.
Betrokkene voert, kort samengevat, aan dat de officier van justitie het beroep ongegrond heeft geacht door een afweging te maken tussen de door betrokkene genoemde argumenten, de gedraging en de constatering van de verbalisant. Hiermee is betrokkene het niet eens. Het is betrokkene totaal niet duidelijk wat voor tegenargumenten de officier van justitie aanvoert, in de optiek van betrokkene geen. Ook geeft de officier van justitie geen antwoord op de vraag waarom de rijbaan niet was afgezet, terwijl er wel degelijk op de rijbaan gewerkt werd en waarom er geen bord werk in uitvoering was geplaatst. Betrokkene had redelijkerwijs geen andere keuze dan de overtreding te begaan (de rijbaan was versperd). Betrokkene heeft daarbij het overige verkeer niet gehinderd of in gevaar gebracht. Zoals uit de uitgebreide samenvatting van het gebeurde blijkt, stond betrokkene die bewuste dag voor het verkeerslicht op de St. Jacobsstraat. Voor hem stonden nog twee auto’s te wachten. Toen het verkeerslicht op groen sprong reden zij allen rechtdoor. Aangekomen ter hoogte van de bushalte zag betrokkene dat er een graafmachine aan het werk was. Deze stond dus op de rijbaan en voerde werkzaamheden uit bij de bushalte. Aangezien deze graafmachine geen aanstalten leek te maken om van de rijbaan af te gaan, besloten de auto’s voor betrokkene om de graafmachine te passeren. Betrokkene besloot deze auto’s te volgen. Uiteraard ontkent betrokkene niet dat hij de doorgetrokken streep heeft overschreden, maar is van mening dat hij geen gevaarlijk rijgedrag heeft vertoond door, samen met de andere auto’s, juist de beste manier te kiezen om de graafmachine veilig te kunnen passeren.
De officier van justitie heeft de kantonrechter verzocht het beroep van betrokkene ongegrond te verklaren.
De kantonrechter komt tot het volgende oordeel:
In Wahv-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB, in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dit is anders indien betrokkene voor de zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de ambtsedige verklaring in het zaakoverzicht dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
Uit deze verklaring blijkt onder andere dat, in tegenstelling tot hetgeen betrokkene heeft aangevoerd, over een afstand van 50 meter door betrokkene een bus werd ingehaald. Hierdoor moest verbalisant, die betrokkene tegemoet reed, flink remmen om een aanrijding te voorkomen.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft betrokkene geen voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Zulke feiten en omstandigheden zijn ook niet uit het dossier gebleken.
Derhalve is naar de overtuiging van de kantonrechter komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
De kantonrechter zal, gelet op het bovenstaande, beslissen als volgt.
Beslissing
De kantonrechter:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.J.M. de Laat, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2010.
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de opgelegde sanctie meer dan € 70,-- bedraagt, of
b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Utrecht, sector kanton, locatie Utrecht, postbus 16008 te 3500 DA Utrecht en dient door degene die bij de sector kanton beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
DEZE BESLISSING IS VERZONDEN OP