ECLI:NL:RBUTR:2010:BO4960
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders na bedreiging
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 12 november 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met de dood. De verdachte, die geen vaste woon- of verblijfplaats had en in detentie zat, werd ervan beschuldigd op 22 juli 2010 een beveiligingsmedewerkster van de Sociale Dienst in Utrecht te hebben bedreigd met de woorden: 'Ik kom terug om je te vermoorden, want ik pik dit absoluut niet'. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en een getuige als bewijs gebruikt om de bedreiging te onderbouwen. De verdachte ontkende de bedreiging en voerde aan dat de getuige onbetrouwbaar was, maar de rechtbank oordeelde dat de bedreiging wettig en overtuigend bewezen was.
De rechtbank heeft vervolgens de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) opgelegd voor de duur van twee jaar. Dit besluit was gebaseerd op het recidivegevaar en de noodzaak om de veiligheid van personen en goederen te waarborgen. De rechtbank overwoog dat de verdachte in het verleden al meerdere keren was veroordeeld voor geweldsdelicten en dat haar alcoholgebruik leidde tot agressief gedrag. Ondanks eerdere pogingen tot hulpverlening had de verdachte geen gebruik gemaakt van de geboden hulp, wat de rechtbank deed concluderen dat een vrijwillig kader niet werkte. De rechtbank besloot dat de ISD-maatregel noodzakelijk was om de problematiek van de verdachte aan te pakken en om te voorkomen dat zij opnieuw strafbare feiten zou plegen.
De rechtbank heeft ook bepaald dat het Openbaar Ministerie binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis moest rapporteren over de voortgang van de ISD-maatregel. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38m, 38n en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.