Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 296814 / KG ZA 10-1012
Vonnis in kort geding van 15 december 2010
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. A.P. van Knippenbergh te Best,
[gedaagde],
wonende in de gemeente [gemeente],
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 november 2010;
- de producties van de zijde van [eiser] (6);
- de mondelinge behandeling van 29 november 2010;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser] is op 22 december 1995 veroordeeld wegens ontucht met minderjarigen die aan zijn zorg waren toevertrouwd.
2.2. Op 13 december 2009 zijn er in [woonplaats] flyers verspreid in de straat waar [eiser] woont. In deze flyers werden de bewoners ervoor gewaarschuwd dat er een veroordeelde pedoseksueel in hun straat woont en werd de naam en het adres van [eiser] genoemd. Dit was onderdeel van een landelijke actie om burgers te waarschuwen voor een veroordeelde pedofiel in hun omgeving. In de flyers stond vermeld dat de website www.stopkinderpornonu.com van deze landelijke actie op de hoogte is gesteld, maar dat deze organisatie niet aansprakelijk is. [gedaagde] is de oprichter van deze website. Hij heeft naar aanleiding van de flyeractie op 14 december 2009 in een uitzending van RTV Utrecht verklaard dat hij niet achter deze flyeractie zit, maar deze wel steunt. Op 23 december 2009 heeft hij samen met buurtbewoners een protestmars in de buurt van de straat waar [eiser] woont georganiseerd. Voorts heeft hij sinds 13 december 2009 meerdere malen op internet over [eiser] gepubliceerd.
2.3. De flyeractie en de protestmars hebben tot landelijke publiciteit geleid. Sindsdien heeft [eiser] te maken gekregen met bedreigingen en treiterijen van buurtbewoners die ertoe hebben geleid dat hij zich thans genoodzaakt ziet om naar een andere gemeente te verhuizen.
2.4. Op 2 november 2010 heeft [gedaagde] op zijn website www.stopkinderpornonu.com een bericht geschreven, genaamd “Pedofiel uit [woonplaats] op de vlucht”. In dit bericht schrijft [gedaagde] onder meer “Ik betreur dat [eiser] is gesmeerd uit de wijk [wijk]. De Burgemeester is hier ernstig te kort geschoten. Typisch een figuur van de oude generaties PVDA ers. Ik hoop dat deze zaak naar behoren kan worden opgelost.”
3.1. [eiser] vordert bij vonnis, voor zoveel als mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. [gedaagde] te verbieden na betekening van dit vonnis om middels flyer of pamflet, dan wel op de website www.stopkinderpornonu.com, dan wel enige andere website aan het publiek direct dan wel indirect uitlatingen over [eiser] te doen of te doen plaatsen over de veroordeling van [eiser] voor ontucht met aan diens zorg toevertrouwde minderjarigen en om in voornoemde uitlatingen de naam en woonplaats/verblijfplaats van [eiser] te noemen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 5.000,-- voor iedere overtreding van dit verbod, met een maximum van EUR 50.000,--;
2. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2. [gedaagde] voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door het organiseren van de flyeractie en de protestmars en door in de media herhaaldelijk de negatieve aandacht op hem te vestigen als gevolg waarvan buurtbewoners zijn leefsituatie onmogelijk hebben gemaakt. Daarnaast heeft [gedaagde] sinds 13 december 2009 op de websites www.stopkinderpornonu.com, www.hetlevenvanChris.nl en www.deschandpaalonline.nl onrechtmatig over hem bericht, onder meer door lichtvaardige verdachtmakingen. Na bijna een jaar van overleg met de burgemeester van de gemeente [woonplaats] en buurtbewoners, is gebleken dat zijn leefsituatie en die van zijn gezin door intimidatie en treiterij zo onhoudbaar is geworden, dat hij met zijn gezin naar een andere gemeente moet verhuizen. Gelet op het bericht dat [gedaagde] op 2 november 2010 op zijn website heeft geplaatst, vreest [eiser] dat zijn aanstaande verhuizing [gedaagde] wederom aanleiding zal geven om hetzij een flyeractie tegen hem te starten, hetzij wederom uitgebreid over zijn persoon te publiceren op de website www.stopkinderpornonu.com. [eiser] stelt dat hij er recht en belang bij heeft om niet nogmaals geconfronteerd te worden met onrechtmatige handelingen van [gedaagde] jegens hem, in woord, daad of geschrift, alsmede het aanzetten daartoe waarmee zijn leefsituatie en die van zijn gezin wederom onmogelijk zou worden.
4.2. [gedaagde] betwist dat hij jegens [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld. Hij ontkent dat hij verantwoordelijk is voor de flyeractie op 13 december 2009 en stelt dat de naam van zijn website www.stopkinderpornonu.com, die op de flyers vermeld staat, zonder zijn toestemming is gebruikt. Voorts stelt hij dat hij in de media nog nooit voluit de naam van [eiser] heeft genoemd. De protestmars die hij samen met buurtbewoners heeft georganiseerd, was niet gericht tegen [eiser] maar tegen de burgemeester. De deelnemers aan de protestmars zijn niet in de straat geweest waar [eiser] woont en voor het houden van deze tocht is toestemming verkregen van de politie en van de burgemeester. Hij heeft alleen over [eiser] gepubliceerd op de website stopkinderpornonu.com. Deze publicaties waren niet onrechtmatig, omdat hij nooit de volledige naam van [eiser] heeft gebruikt, zich niet schuldig heeft gemaakt aan verdachtmakingen en hij de berichtgeving altijd heeft gebaseerd op feiten en nieuwswaarde. Van januari 2010 tot 1 november 2010 heeft hij niets over [eiser] en de gehele kwestie rondom [eiser] bericht.
[gedaagde] stelt dat hij het leven van [eiser] niet kapot heeft willen maken en dat hij inmiddels is gaan inzien dat een pedoseksueel nadat hij zijn straf heeft uitgezeten een tweede kans verdient. [eiser] hoeft daarom niet te vrezen dat hij zal gaan flyeren in zijn nieuwe woonplaats.
4.3. Ten aanzien van de vraag of [gedaagde] in het verleden al dan niet onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld, overweegt de voorzieningenrechter dat hij het voorshands voldoende aannemelijk acht dat [gedaagde] betrokken is geweest bij de flyeractie op 13 december 2009 in [woonplaats]. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [gedaagde] deel uitmaakt van het actiecomité Stopkinderpornonu. Blijkens de website www.stopkinderpornonu.com, waarvan [gedaagde] de oprichter is, stelt dit actiecomité zich ten doel om mensen te waarschuwen indien er een veroordeelde pedoseksueel in een kindvriendelijke buurt woont. Deze website werd in de flyers genoemd en [gedaagde] heeft de dag na de verspreiding van de flyer in een uitzending van RTV Utrecht verklaard dat hij niet achter de flyeractie zit, maar dat hij deze wel steunt. [gedaagde] is na deze flyeractie in contact getreden met de media, de burgemeester van de gemeente [woonplaats] en buurtbewoners en heeft, zoals hij ter zitting heeft erkend, met buurtbewoners op 23 december 2009 een protestmars georganiseerd. De voorzieningenrechter acht het gelet op al deze omstandigheden aannemelijk dat [gedaagde] betrokken is geweest bij het achterhalen van de naam en het adres van [eiser] en bij het plan om buurtbewoners voor [eiser] te waarschuwen. De omstandigheid dat [gedaagde] wellicht de flyers niet zelf in de brievenbus heeft gedaan, maakt dit niet anders.
4.4. [gedaagde] betwist niet dat hij vóór januari 2010 en op 2 november 2010 op zijn website www.stopkinderpornonu.com over [eiser] heeft gepubliceerd. Op 21 december 2009 heeft hij op deze website een bericht geplaatst, waarin de voornaam van [eiser], het tussenvoegsel en de eerste letter van diens achternaam wordt genoemd en wordt vermeld dat hij een pedoseksueel is. Voorts wordt de woonplaats van [eiser] genoemd in combinatie met een foto van een handgeschreven brief waarop de straatnaam en het huisnummer van [eiser] staat.
4.5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde] door het verspreiden van de flyers, waarin wordt vermeld dat [eiser] een veroordeelde pedoseksueel is en zijn naam en adres wordt genoemd, en zijn publicatie van 21 december 2009, waarbij eveneens tot [eiser] herleidbare persoonsgegevens worden vermeld en hij een pedoseksueel wordt genoemd, heeft gehandeld in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt en daarbij inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [eiser]. Dit geldt ook voor het organiseren van de protestmars. Ook al was deze formeel tegen de burgemeester van de gemeente [woonplaats] gericht, materieel was deze schadelijk voor [eiser] en dat was voorzienbaar voor [gedaagde]. Gelet op de emoties die bij het publiek ten aanzien van pedoseksuelen leven, hadden de flyers, de protestmars en de publicatie van 21 december 2009 als voorzienbaar en te verwachten neveneffect dat [eiser] door derden op onrechtmatige wijze met zijn verleden zou worden geconfronteerd. Dit is feitelijk ook gebeurd. [eiser] heeft gesteld dat hij naar aanleiding van de acties van [gedaagde] het afgelopen jaar door buurtbewoners zodanig is getreiterd en geïntimideerd dat in samenspraak met politie, justitie en de burgemeester is besloten dat verhuizing naar een andere gemeente noodzakelijk is. Dit is door [gedaagde] niet betwist.
4.6. Het recht op vrijheid van meningsuiting waar [gedaagde] zich op beroept, weegt in de gegeven omstandigheden niet dusdanig zwaar dat het onrechtmatige karakter aan het verspreiden van de flyers, het organiseren van de protestmars en de publicatie van 21 december 2009 komt te ontvallen. De voorzieningenrechter acht de - voor [gedaagde] voorzienbare - persoonlijke gevolgen van deze acties voor [eiser] onnodig groot. Het maatschappelijke belang van bescherming van kinderen en hun ouders voor pedoseksuelen, waarvoor [gedaagde] zich sterk zegt te maken, dient naar het oordeel van de voorzieningenrechter op een andere wijze te worden behartigd. De handelwijze van [gedaagde] werkt eigenrichting in de hand. Hiervoor kan in rechte geen steun worden gevonden. Het is de taak van de overheid om ervoor te zorgen dat de veiligheid van het publiek op afdoende wijze wordt gegarandeerd door het inzetten van geëigende instrumenten.
4.7. Op 2 november 2010 heeft [gedaagde] op zijn website www.stopkinderpornonu.com een bericht geplaatst, waarin hij schrijft dat hij het betreurt dat “[eiser]” uit de wijk [wijk] “is gesmeerd” en waarin hij de hoop uitspreekt dat deze zaak naar behoren kan worden opgelost. Deze publicatie, gezien tegen de achtergrond van de eerdere onrechtmatige gedragingen van [gedaagde] jegens [eiser], hebben [eiser] terecht aanleiding gegeven te vrezen dat [gedaagde] zal proberen om zijn nieuwe verblijfplaats te achterhalen en deze aan het publiek bekend zal maken. De voorzieningenrechter acht de stelling van [gedaagde] ter zitting dat [eiser] niets van hem te vrezen heeft omdat hij is gaan inzien dat een pedoseksueel die zijn straf heeft uitgezeten een tweede kans verdient, gelet op de inhoud en strekking van deze publicatie niet overtuigend. De stelling van [gedaagde] dat hij het bericht van 2 november 2010 inmiddels van zijn website heeft verwijderd, maakt dit niet anders.
4.8. Gezien het voorgaande zullen de vorderingen van [eiser] worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt tot EUR 2.000,-- per overtreding tot een maximum van EUR 20.000,--.
4.9. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 91,32
- vast recht 255,--
- salaris advocaat 816,--
Totaal EUR 1.162,32
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt [gedaagde] na betekening van dit vonnis om middels flyer of pamflet, dan wel op de website www.stopkinderpornonu.com, dan wel enige andere website aan het publiek direct dan wel indirect uitlatingen over [eiser] te doen of te doen plaatsen over de veroordeling van [eiser] voor ontucht met aan diens zorg toevertrouwde minderjarigen en om in voornoemde uitlatingen de naam en woonplaats/verblijfplaats van [eiser] te noemen;
5.2. veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van EUR 2.000,-- voor iedere keer dat hij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van EUR 20.000,-- is bereikt;
5.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 1.162,32;
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Wachter en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2010.?