ECLI:NL:RBUTR:2010:BO9353
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- J.P. Killian
- A. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennephandel
In de ontnemingszaak tegen de verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen, heeft de rechtbank Utrecht op 28 oktober 2010 uitspraak gedaan. De verdachte was opgeroepen, maar verzuimde te verschijnen. De rechtbank heeft de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel behandeld, waarbij de raadsman van de verdachte en de officier van justitie aanwezig waren. De rechtbank legt de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 4.000,--, dat is vastgesteld als het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennephandel.
De procedure is gestart met een vordering die tijdig is ingediend, en de rechtbank heeft het strafdossier onder parketnummer 16/600577-07 in behandeling genomen. Uit het dossier blijkt dat de verdachte op 28 oktober 2010 door de rechtbank Utrecht is veroordeeld voor het vervoeren van 1200 hennepstekken op 6 april 2007 in Amersfoort. De verdachte heeft verklaard dat hij met deze handel een bedrag van ongeveer € 4.000,-- heeft verdiend.
De rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen in het vonnis van de meervoudige strafkamer geoordeeld dat het bedrag van € 4.000,-- als wederrechtelijk verkregen voordeel aan de verdachte moet worden ontnomen. De beslissing is genomen in het belang van de rechtsorde en ter bestrijding van de hennephandel.