ECLI:NL:RBUTR:2010:BP0100
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vrijwaring en pensioenverplichtingen in het kader van de Pensioen- en Spaarfondsenwet
In deze zaak heeft [eiser] een vordering ingesteld tegen Informatie Management Nederland N.V. (IMN) en Aegon Levensverzekering N.V. betreffende pensioenverplichtingen. De kantonrechter heeft op 19 november 2008 al een vonnis gewezen waarin de vrijwaring door IMN is toegestaan. De kern van de zaak draait om de vraag of IMN aan haar verplichtingen jegens [eiser] heeft voldaan, met betrekking tot de betaling van pensioenpremies en het verstrekken van een premievrije pensioenpolis. IMN heeft aangevoerd dat de overeenkomst met de verzekeraar per 1 juli 2004 is geëindigd en dat de pensioenverplichtingen zijn ondergebracht bij een andere verzekeraar, Winterthur. Tevens heeft IMN betoogd dat het pensioengevend salaris niet gelijk is aan het bruto maandsalaris vermeerderd met vakantiebijslag.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat IMN onvoldoende heeft aangetoond dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan. De rechter oordeelt dat IMN verantwoordelijk is voor de correcte uitvoering van de pensioentoezegging aan [eiser]. De vordering van [eiser] om een premievrije polis te ontvangen, is toegewezen. Aegon is veroordeeld om binnen vier weken na betekening van het vonnis aan IMN een premievrije polis af te geven, op straffe van een dwangsom. De rechter heeft ook de buitengerechtelijke kosten toegewezen aan [eiser].
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers en verzekeraars onder de Pensioen- en Spaarfondsenwet en de noodzaak om pensioenverplichtingen correct na te komen. De zaak illustreert de complexiteit van pensioenregelingen en de verantwoordelijkheden van betrokken partijen.