ECLI:NL:RBUTR:2010:BQ8038
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Belediging van ambtenaren door middelvingergebaar en beledigende uitlating
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht op 2 december 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belediging van ambtenaren. De zaak betreft twee parketnummers: 16/512325-10 en 16/512429-10. De verdachte heeft op 14 augustus 2010 een middelvinger opgestoken naar politieagenten die bezig waren met de aanhouding van zijn broer, en op 15 september 2010 heeft hij het woord 'kankerhoofd' naar een verbalisant geroepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de verdachte, door het middelvingergebaar en de beledigende uitlating, opzettelijk de ambtenaren heeft beledigd tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie. De verdediging voerde aan dat de verbalisanten niet in de rechtmatige uitoefening van hun bediening waren, maar de kinderrechter verwierp dit verweer. De kinderrechter oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn jeugdige leeftijd en blanco strafblad, een werkstraf van 20 uren opgelegd kreeg, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De kinderrechter benadrukte dat indien de verdachte opnieuw in de fout gaat, gedwongen hulpverlening in beeld komt. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de kinderrechter en de griffier.