3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat zij wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte in de periode van 7 november 2008 tot en met 9 november 2008 tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een grote hoeveelheid hennep heeft verkocht en afgeleverd.
Zij baseert zich daarbij met name op de inhoud van tapgesprekken waarin o.a. over de getallen 40 en 25 wordt gesproken, zijnde 40 respectievelijk 25 kilo natte hennep. Ook wordt het getal 775 genoemd, welk bedrag staat voor de kiloprijs van natte hennep en er wordt gesproken over papieren, waarmee gedoeld wordt op de betaling.
Er wordt geleverd op het woonwagenkamp aan de [adres]te [plaats], alwaar ook medeverdachte [medeverdachte 1] woont.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit kan komen wegens het ontbreken van voldoende wettig dan wel het ontbreken van voldoende overtuigend bewijs. De raadsman heeft daartoe gesteld dat het dossier doordrenkt is van allerlei interpretaties, maar dat er nergens expliciet over hennep wordt gesproken.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Naar aanleiding van CIE-informatie met betrekking tot handel in verdovende middelen door de eigenaar en medewerkers van growshop “[growshop]” werd in januari 2008 door de politie een strafrechtelijk onderzoek gestart. Gedurende dit onderzoek ontstond het vermoeden dat er sprake was van een criminele organisatie die, met genoemde growshop als centraal middelpunt, zich bezighield met georganiseerde en professionele hennepteelt. Op 25 november 2008 werden in diverse woningen van verdachten en in de growshop doorzoekingen verricht, waarbij onder meer op verschillende plekken hennepresten, grote geldbedragen, agro-artikelen en hennepkwekerijen werden aangetroffen. Dit onderzoek, dat de naam ‘IJssel’ heeft gekregen, heeft geleid tot een einddossier waarin de onderzoeksbevindingen van de politie Utrecht in 18 onderscheiden zaakdossiers zijn neergelegd. Per zaakdossier is aangegeven over welk strafbaar feit of welke strafbare feiten wordt gerelateerd, wanneer die zouden zijn gepleegd en welke personen ervan worden verdacht daarbij betrokken te zijn.