ECLI:NL:RBUTR:2011:BP1018

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
17 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/600742-10 [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van hennepverkoop

In de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van 65 kilo natte hennep in de periode van 7 tot en met 9 november 2008, heeft de rechtbank op 17 januari 2011 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Tijdens de zitting op 15 december 2010 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn raadsvrouwe, mr. M.P. Hilhorst, was wel aanwezig en heeft de verdediging gevoerd.

De officier van justitie stelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging, gebaseerd op tapgesprekken waarin getallen werden genoemd die zouden verwijzen naar de hoeveelheid hennep. De verdediging betwistte echter de interpretatie van deze getallen en stelde dat er geen bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de verkoop of levering van de hennep. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging gevolgd en geconcludeerd dat de tapgesprekken niet voldoende bewijs boden voor de beschuldiging.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen duidelijke aanwijzingen waren dat de genoemde getallen in de tapgesprekken daadwerkelijk betrekking hadden op de verkoop van hennep aan de verdachte. Bovendien waren de bedragen die in de gesprekken werden genoemd niet in overeenstemming met de hoeveelheid hennep die aan de verdachte zou zijn geleverd. Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/600742-10 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 januari 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1965] te [geboorteplaats]
wonende [adres], [woonplaats]
raadsvrouwe mr. M.P. Hilhorst, advocaat te Utrecht
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 15 december 2010. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn raadsvrouwe mr. Hilhorst voornoemd, die door hem uitdrukkelijk is gemachtigd. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Op 3 januari 2011 is het onderzoek formeel gesloten.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 7 november 2008 tot en met 9 november 2008 al dan niet samen met (een) ander(en) opzettelijk een grote hoeveelheid van 65 kilo (natte) hennep heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd dan wel voornoemde hoeveelheid opzettelijk aanwezig heeft gehad..
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat zij wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte in de periode van 7 november 2008 tot en met 9 november 2008 opzettelijk een grote hoeveelheid hennep aanwezig heeft gehad.
Zij baseert zich daarbij met name op de inhoud van tapgesprekken waarin o.a. over de getallen 40 en 25 wordt gesproken, zijnde 40 respectievelijk 25 kilo natte hennep. Ook wordt het getal 775 genoemd, welk bedrag staat voor de kiloprijs van natte hennep en er wordt gesproken over papieren, waarmee gedoeld wordt op de betaling. Er wordt geleverd op het woonwagenkamp aan de [adres]-[adres] te Utrecht, alwaar verdachte woont.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. De raadsvrouwe heeft daartoe gesteld dat er in de stukken allerlei getallen worden genoemd, maar dat onduidelijk is gebleven wat er precies met deze getallen wordt bedoeld. Op basis van de stukken kan geconcludeerd worden dat er iets is geleverd, wat in een getal uit te drukken is. Er kan echter niet bewezen worden dat de getallen 40 en 25 betrekking hebben op kilo’s natte hennep. Uit de stukken blijkt voorts dat er kennelijk € 9500,00 is betaald, maar niet is gebleken dat dit bedrag aan verdachte is betaald. Evenmin blijkt uit de stukken waarvoor er betaald wordt. Uit de stukken blijkt voorts dat er kennelijk ook dingen niet doorgaan. Het is derhalve de vraag of er überhaupt iets geleverd en betaald is. Nu er op basis van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting zoveel onduidelijk is gebleven dient verdachte te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit, aldus de raadsvrouwe.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Naar aanleiding van CIE-informatie met betrekking tot handel in verdovende middelen door de eigenaar en medewerkers van growshop “[growshop]” werd in januari 2008 door de politie een strafrechtelijk onderzoek gestart. Gedurende dit onderzoek ontstond het vermoeden dat er sprake was van een criminele organisatie die, met genoemde growshop als centraal middelpunt, zich bezig hield met georganiseerde en professionele hennepteelt. Op 25 november 2008 werden in diverse woningen van verdachten en in de growshop doorzoekingen verricht, waarbij onder meer op verschillende plekken hennepresten, grote geldbedragen, agro-artikelen en hennepkwekerijen werden aangetroffen. Dit onderzoek, dat de naam ‘IJssel’ heeft gekregen, heeft geleid tot een einddossier waarin de onderzoeksbevindingen van de politie Utrecht in 18 onderscheiden zaakdossiers zijn neergelegd. Per zaakdossier is aangegeven welk strafbaar feit of welke strafbare feiten worden gerelateerd, wanneer die zouden zijn gepleegd en welke personen ervan worden verdacht daarbij betrokken te zijn.
In zaakdossier 5 is gerelateerd de verdenking jegens verdachte zoals hem ten laste is gelegd, dat hij in de periode van 7 november 2008 tot en met 9 november 2008 al dan niet samen met (een) ander(en) opzettelijk een grote hoeveelheid van 65 kilo (natte) hennep heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd dan wel voornoemde hoeveelheid opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat op basis van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende is komen vast te staan dat er in de tapgesprekken versluierd gesproken wordt over de levering van kilo’s natte hennep aan verdachte. In de tapgesprekken worden de getallen 40 en 25 genoemd, maar er is geen enkele onderbouwing voor het feit dat hiermee 40 respectievelijk 25 kilo hennep is bedoeld.
Er worden ook de getallen 9500 en 2390 genoemd, welke volgens de officier van justitie zien op betalingen voor de geleverde hennep. Uitgaande van een verkoopprijs van € 775,00 voor een kilo natte hennep, waar de officier mede op basis van de stukken vanuit is gegaan, zijn deze bedragen niet in overeenstemming met de hoeveelheid natte hennep die aan verdachte geleverd zou zijn.
De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan en zal hem dan ook van dat feit vrijspreken.
4 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het ten laste gelegde feit;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Krol, voorzitter, mrs. J. Ebbens en M.P. Gerrits-Janssens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.R. Koster-Nieuwenhuis, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 januari 2011.