ECLI:NL:RBUTR:2011:BP1900

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
19 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
298629 / HA ZA 10-2708
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.C. Hagedoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de burgerlijke rechter in geschil over advocaatkosten

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Utrecht, is de vraag aan de orde of de burgerlijke rechter bevoegd is om kennis te nemen van een geschil over de hoogte van het door een advocaat aan zijn cliënt in rekening gebracht salaris. De eiseres, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Schravenmade B.V., heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat ingevolge artikel 32 juncto artikel 40 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (WTBZ), geschillen over de hoogte van het salaris van een advocaat bij uitsluiting van de burgerlijke rechter worden beslist door de Raad van Toezicht. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de per 1 november 2010 in werking getreden Wet griffierechten in burgerlijke zaken (WGBZ) deze bepalingen niet heeft doen vervallen, zoals blijkt uit artikel 31 WGBZ. Aangezien het verweer van de gedaagde betrekking heeft op de hoogte van de door eiseres toegezonden declaratie, is de burgerlijke rechter niet bevoegd om van de vordering kennis te nemen. De rechtbank heeft zich dan ook onbevoegd verklaard. Gedaagde is niet verschenen in deze procedure, waardoor er geen proceskosten zijn gemaakt en er geen proceskostenveroordeling zal plaatsvinden. De rechtbank heeft zich uiteindelijk onbevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
Sector Civiel
zaaknummer / rolnummer: 298629 / HA ZA 10-2708
Vonnis van 19 januari 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHRAVENMADE B.V.,
gevestigd te Maarssen,
eiseres,
advocaat mr. H.Th. Schravenmade te Maarssenbroek,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Voor de vordering en de feiten wordt verwezen naar de aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
2.2. Ingevolge artikel 32 juncto artikel 40 WTBZ worden geschillen over de hoogte van het door een advocaat aan zijn cliënt in rekening gebracht salaris bij uitsluiting van de burgerlijke rechter beslist door de Raad van Toezicht. De rechtbank constateert dat de per 1 november 2010 in werking getreden Wet griffierechten in burgerlijke zaken (WGBZ) deze bepalingen niet heeft doen vervallen (zie artikel 31 WGBZ).
2.3. Nu het verweer van gedaagde ten aanzien van de het in casu gevorderde bedrag de hoogte van de door eiseres toegezonden declaratie betreft, is de burgerlijke rechter niet bevoegd om van de onderhavige vordering kennis te nemen. De rechtbank zal zich dan ook onbevoegd verklaren.
2.4. Gedaagde is in deze procedure niet verschenen, zodat zij geen proceskosten heeft gemaakt. Er zal derhalve geen proceskostenveroordeling worden uitgesproken.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. verklaart zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C. Hagedoorn en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2011.?