Weigering van de exploitatievergunning
2.5 De burgemeester heeft in het bestreden besluit overwogen dat hij na het primaire besluit informatie heeft gekregen die hij in de heroverweging heeft laten meewegen. Hij heeft gesteld dat er sinds de opening van het café op 31 oktober 2010 meerdere malen overlast is geconstateerd door de politie. Het gaat hierbij om de volgende constateringen:
* Op 31 oktober 2010, de openingsavond, zijn meerdere meldingen bij de politie binnengekomen, maar bij controles werd geen geluidsoverlast waargenomen. Bij een nieuwe melding op die avond werd aangegeven dat het geluid zacht gaat als de politie de straat in rijdt. Gelet op deze melding is de politie om 1:47 uur met gedoofde lichten en de motor uit de straat in gereden. De politie heeft luide muziek geconstateerd. Toen de politieauto in zicht kwam, werd de muziek meteen zacht gezet.
* Op 6 november 2010 heeft er een vechtpartij plaatsgevonden in de Willemstraat waarbij circa 40 man waren betrokken. De vechtpartij is uitgebroken tussen een groep Marokkanen en woonwagenbewoners. De politie heeft niet vast kunnen stellen waar de vechtende groep vandaan kwam.
* Op 12 november 2010 is om 1:25 uur door de politie geconstateerd dat het café buiten sluitingstijd nog open was. Circa tien personen bevonden zich op dat moment nog in het café en consumeerden daar alcohol.
* Op 28 november 2010 is geluidsoverlast geconstateerd door de politie. De overlast bestond uit luide muziek.
* Op 12 januari 2011 heeft de politie tussen 0:43 en 0:45 uur geluidsoverlast geconstateerd. De geluidsoverlast was afkomstig van verbouwwerkzaamheden in het café.
De burgemeester heeft toegelicht dat uit de situatie op 31 oktober 2010 blijkt dat het muziekniveau doelbewust wordt aangepast als de politie wordt gesignaleerd. Een verbouwing ’s-nachts getuigt niet van een bedrijfsvoering die er op gericht is om ongeoorloofde overlast te voorkomen. Inmiddels is er een op grond van de milieuwetgeving verplichte limiter geplaatst. De omwonenden hebben aangegeven dat de geluidsoverlast sindsdien beperkt is, zij hebben evenwel aangegeven dat ander overlast onverminderd bestaat en dat zij weer een onveilig gevoel hebben sinds het café weer is geopend. Ten aanzien van het geweldsincident op 6 november 2010 is niet komen vast te staan dat dit te herleiden is tot het café. Het is wel opvallend dat een dergelijk incident binnen één week na de opening plaatsvindt. Het incident vertoont wat betreft de vechtende groepen, de schaal van het incident en de inzet van honden door de politie sterke gelijkenissen met het geweldsincident dat in juni 2009 tot sluiting van het voormalige Café Wijk C heeft geleid.
De burgemeester heeft zich op het standpunt gesteld dat het café, ondanks de voorwaarden die aan de vergunning zijn verbonden, sinds de opening ontoelaatbare overlast heeft veroorzaakt. Het is eiser, als exploitant en enige leidinggevende binnen het bedrijf, toe te rekenen dat hij onvoldoende maatregelen heeft genomen om deze overlast te voorkomen.
De burgemeester heeft voorts gesteld dat het café in de periode dat het geopend is geweest niet overeenkomstig het ondernemingsplan is geëxploiteerd. Volgens het ondernemingsplan zou het gaan om een buurtkroeg, een ontmoetingspunt voor de wijk. Het was volgens het ondernemingsplan de bedoeling de oude klantenkring weer te verbinden, waaronder wordt verstaan een voormalige groep stamgasten van boven de 50. Uit de geluidsoverlast leidt verweerder af dat eerder sprake is van een feestcafé. In een gesprek dat op 17 januari 2011 in het kader van het opgestarte handhavingstraject heeft plaatsgevonden, heeft eiser te kennen gegeven dat het café inmiddels weer wordt bezocht door voormalig exploitant [D]. [D] is betrokken geweest bij het geweldsincident naar aanleiding waarvan het voormalige Café Wijk C is gesloten. Tijdens dit gesprek is verder gebleken dat gebruik wordt gemaakt van personeel dat ook voor de sluiting werkzaam was in het voormalige Café Wijk C en dat banden heeft met de vorige exploitant. Verweerder heeft gesteld dat de erfelijke belasting van het café bij de vergunningverlening een rol speelt. Daarbij is van belang dat een gedeelte van het overlastgevende publiek, en in het bijzonder [D], het café weer bezoekt.
De burgemeester heeft er voorts op gewezen dat een overleg met de buurt, waarvan eiser heeft gezegd dat hij dit wil organiseren, nog steeds niet heeft plaatsgevonden.