ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ6655
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag en schadebeperkingsplicht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 25 mei 2011, staat de schadevergoeding centraal die voortvloeit uit een kennelijk onredelijk ontslag. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.M.A. Smits, heeft een vordering ingesteld tegen drie gedaagden, waaronder een besloten vennootschap en twee natuurlijke personen, vertegenwoordigd door mr. G.J.M. Gussenhoven. De kantonrechter verwijst naar een eerder vonnis van 2 maart 2011, waarin de eiser in de gelegenheid is gesteld om aanvullende stukken in te dienen, waaronder de maandelijkse loonstroken van zijn nieuwe werkgever. De eiser vraagt zich af hoe de nieuwe werkkring van invloed is op de schadebepaling en stelt dat de loonvordering ten onrechte is afgewezen.
De kantonrechter oordeelt dat de schade die voortvloeit uit het kennelijk onredelijke ontslag niet alleen betrekking heeft op de beoordeling van de opzegging, maar ook op de schade die daaruit voortvloeit. De kantonrechter wijst erop dat de inschatting van wanneer passend werk wordt gevonden, afhankelijk is van verschillende factoren, zoals de economische situatie en de vaardigheden van de werknemer. In dit geval heeft de eiser zich op het standpunt gesteld dat hij in een derde verlengde arbeidsovereenkomst zit, maar de kantonrechter merkt op dat er geen bewijs is dat de voortzetting van deze overeenkomst niet te verwachten is.
De kantonrechter concludeert dat de schade voor de inkomenspositie na het ontslag beperkt is gebleven, mede omdat de eiser zijn schadebeperkingsplicht niet heeft nageleefd. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever de loon- en secundaire arbeidsvoorwaarden van de eiser gedurende twee jaar moet aanvullen tot 100 procent, en dat de schadevergoeding wordt vastgesteld op € 8.500,- bruto. De wettelijke rente over deze schadevergoeding is toewijsbaar. Beide partijen worden in het ongelijk gesteld, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.