ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9074

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
21 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/513615-10
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • P.W.G. de Beer
  • P. Groot-Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing na voorwaardelijke veroordeling in strafzaak tegen een minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1993. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van twee jaren. Tijdens deze proeftijd heeft de verdachte echter opnieuw een strafbaar feit gepleegd, wat leidde tot een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straf. De zitting vond plaats op 7 juni 2011, waar de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman mr. D.C. Dorrestein, en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Utrecht aanwezig waren.

De kantonrechter heeft, na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van de relevante stukken, geoordeeld dat er termen aanwezig zijn om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke werkstraf te gelasten. De rechter heeft vastgesteld dat de verdachte in de proeftijd een nieuw strafbaar feit heeft begaan, wat een reactie van de rechtbank rechtvaardigt. De kantonrechter heeft daarbij artikel 77dd van het Wetboek van Strafrecht in overweging genomen.

In de beslissing heeft de kantonrechter gelast dat de voorwaardelijke werkstraf van 40 uren ten uitvoer wordt gelegd, met de mogelijkheid dat deze wordt vervangen door jeugddetentie van 20 uren indien de verdachte de opgelegde straf niet naar behoren verricht. Deze uitspraak is gedaan door mr. P.W.G. de Beer, bijgestaan door griffier mr. P. Groot-Smits, en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2011.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/513615-10
Datum uitspraak: 21 juni 2011
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
Beslissing van de kantonrechter in bovengenoemde rechtbank, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 18 april 2011, strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij het onherroepelijk geworden vonnis van de kantonrechter in deze rechtbank te Utrecht van 27 mei 2010, in de zaak tegen de veroordeelde:
[verdachte]
geboren op [1993] te [geboorteplaats]
wonende te [adres], [woonplaats]
De kantonrechter heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- een extract van voormeld vonnis, waarbij de veroordeelde onder meer is veroordeeld tot
-kort gezegd- een werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- een kennisgeving als bedoeld in artikel 366a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering;
- een vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Utrecht, d.d. 21 juni 2011, waaruit blijkt dat de veroordeelde voor het eindigen van voormelde proeftijd van twee jaren, opnieuw veroordeeld is voor een strafbaar feit.
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 7 juni 2011, waarbij zijn gehoord de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman mr. D.C. Dorrestein, alsmede mevrouw M. Groenen, namens de Raad voor de Kinderbescherming en de heer A. Pijpker, namens Bureau Jeugdzorg Utrecht.
OVERWEGINGEN:
Op grond van het onderzoek ter zitting, acht de kantonrechter termen aanwezig de tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijke werkstraf van 40 uren te gelasten. Veroordeelde heeft in de proeftijd een strafbaar feit begaan en moet begrijpen dat hier een reactie op volgt. In het vonnis van het nieuwe strafbare feit wordt immers ook een voorwaardelijk deel opgelegd.
De kantonrechter heeft gelet op het artikel 77dd van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De kantonrechter:
gelast, de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 40 uren, te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 20 uren indien de veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht.
Aldus gedaan door mr P.W.G. de Beer, bijgestaan door mr. P. Groot-Smits als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van de kinderrechter in deze rechtbank van 21 juni 2011.