ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9076

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
21 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/513570-10
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.E. Kruijff-Bronsing
  • P. Groot-Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot verlenging van de proeftijd na voorwaardelijke veroordeling in jeugdzaken

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in een jeugdzakenprocedure. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1994, die momenteel verblijft in de instelling voor gesloten jeugdzorg Almata te Den Dolder. De kinderrechter heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder een vonnis waarbij de verdachte was veroordeeld tot jeugddetentie van twee maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Tevens was er een bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte zich moest houden aan de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg Utrecht, afdeling jeugdreclassering.

Tijdens de zitting op 7 juni 2011 is de officier van justitie gehoord, evenals de veroordeelde en zijn raadsman, J.G.M. Dassen, en een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg, mevrouw N. Yasar. De officier van justitie heeft gevorderd om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf niet te gelasten, maar om de proeftijd met één jaar te verlengen, omdat de verdachte de bijzondere voorwaarde niet had nageleefd.

De kinderrechter heeft, na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van de relevante documenten, besloten om de proeftijd van de veroordeelde met één jaar te verlengen. De kinderrechter oordeelde dat, gezien de huidige situatie van de veroordeelde in Almata, een bevel tot tenuitvoerlegging geen toegevoegde waarde zou hebben. De beslissing is genomen op basis van artikel 77cc van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de kinderrechter de proeftijd heeft verlengd om de veroordeelde de kans te geven zich aan de voorwaarden te houden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/513570-10
Datum uitspraak: 21 juni 2011
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
Beslissing van de kinderrechter in bovengenoemde rechtbank, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 17 januari 2011, strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij het onherroepelijk geworden vonnis van de kinderrechter in deze rechtbank te Utrecht van 1 september 2010, in de zaak tegen de veroordeelde:
[verdachte]
geboren op [1994] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de instelling voor gesloten jeugdzorg Almata te Den Dolder
De kinderrechter heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- een afschrift van voormeld vonnis, waarbij de veroordeelde onder meer is veroordeeld tot -kort gezegd- jeugddetentie van twee maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 WvSr., waarvan een maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich in het kader van de maatregel Hulp en Steun gedurende de proeftijd moet gedragen naar de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg Utrecht, afdeling jeugdreclassering, zolang die instelling dat nodig vindt;
- een kennisgeving als bedoeld in artikel 366a, eerste, van het Wetboek van Strafvordering;
- een brief van Bureau Jeugdzorg Utrecht, afdeling Jeugdreclassering, d.d. 21 april 2011, waaruit blijkt dat de veroordeelde voormelde bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 7 juni 2011, waarbij zijn gehoord de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman J.G.M. Dassen, alsmede mevrouw
N. Yasar van Bureau Jeugdzorg.
OVERWEGINGEN:
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 7 juni 2011 gevorderd de tenuitvoerlegging van bovengenoemde voorwaardelijk opgelegde straf vooralsnog niet te gelasten, maar de proeftijd van deze voorwaardelijk opgelegde straf met de duur van één jaar te verlengen.
Op grond van het onderzoek ter zitting, alsmede gelet op de inhoud van voormelde brief d.d. 21 april 2011, acht de kinderrechter termen aanwezig de proeftijd te verlengen. Nu veroordeelde in Almata zit, heeft een bevel tenuitvoerlegging geen toegevoegde waarde.
De kinderrechter heeft gelet op het artikel 77cc van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De kinderrechter:
verlengt de proeftijd van twee jaren die is vastgesteld in voormeld vonnis met één jaar.
Aldus gedaan door mr J.E. Kruijff-Bronsing, bijgestaan door mr. P. Groot-Smits als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van de kinderrechter in deze rechtbank van 21 juni 2011.