ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9076
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Kruijff-Bronsing
- P. Groot-Smits
- Rechtspraak.nl
Beslissing tot verlenging van de proeftijd na voorwaardelijke veroordeling in jeugdzaken
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Utrecht op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in een jeugdzakenprocedure. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1994, die momenteel verblijft in de instelling voor gesloten jeugdzorg Almata te Den Dolder. De kinderrechter heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder een vonnis waarbij de verdachte was veroordeeld tot jeugddetentie van twee maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Tevens was er een bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte zich moest houden aan de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg Utrecht, afdeling jeugdreclassering.
Tijdens de zitting op 7 juni 2011 is de officier van justitie gehoord, evenals de veroordeelde en zijn raadsman, J.G.M. Dassen, en een vertegenwoordiger van Bureau Jeugdzorg, mevrouw N. Yasar. De officier van justitie heeft gevorderd om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf niet te gelasten, maar om de proeftijd met één jaar te verlengen, omdat de verdachte de bijzondere voorwaarde niet had nageleefd.
De kinderrechter heeft, na het horen van de betrokken partijen en het bestuderen van de relevante documenten, besloten om de proeftijd van de veroordeelde met één jaar te verlengen. De kinderrechter oordeelde dat, gezien de huidige situatie van de veroordeelde in Almata, een bevel tot tenuitvoerlegging geen toegevoegde waarde zou hebben. De beslissing is genomen op basis van artikel 77cc van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de kinderrechter de proeftijd heeft verlengd om de veroordeelde de kans te geven zich aan de voorwaarden te houden.