ECLI:NL:RBUTR:2011:BR1103
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Grapperhaus
- I. Bruna
- P.L.C.M. Ficq
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontuchtige handelingen met minderjarige meisjes
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 11 juli 2011, werd de verdachte vrijgesproken van ontuchtige handelingen met drie minderjarige meisjes. De zaak kwam aan het licht na beschuldigingen van ontucht gepleegd op verschillende data in 2009. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen zorgvuldig gewogen, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De officier van justitie had eerder al aangegeven dat de bewijsvoering niet sterk genoeg was om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers, hoewel ernstig, niet voldoende steun vonden in ander bewijs. Bij de beoordeling van de verklaringen van de slachtoffers werd ook rekening gehouden met de context waarin deze waren afgelegd, waaronder de mogelijkheid van beïnvloeding door de media en de omgeving. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de slachtoffers niet zonder meer als betrouwbaar konden worden aangemerkt.
De benadeelde partijen, vertegenwoordigd door [A], vorderden schadevergoeding, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, verklaarde de rechtbank hen niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De rechtbank benadrukte dat de vorderingen bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend, maar dat er in deze strafzaak geen basis was voor schadevergoeding.