ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2232

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
19 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-601123-10
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor 25 woninginbraken en insluipingen met gevangenisstraf en reclasseringseisen

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 19 juli 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het plegen van 25 woninginbraken en insluipingen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen van de Reclassering en deelnemen aan gedragsinterventies, waaronder Cognitieve vaardigheidstraining en Leefstijltraining. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het stelen van diverse goederen uit woningen, waarbij hij zich toegang verschafte door middel van braak of inklimming. De politie heeft verschillende bewijsmiddelen verzameld, waaronder telefoontaps en getuigenverklaringen, die de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstallen bevestigen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jeugdige leeftijd en verslavingsproblematiek, en heeft besloten om hem een kans te geven door een voorwaardelijke straf op te leggen. De benadeelde partijen hebben schadevergoedingen gevorderd, die door de rechtbank zijn toegewezen, en de verdachte is veroordeeld tot betaling van deze schade.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/601123-10 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 juli 2011
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1979] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
gedetineerd in de PI Utrecht, Huis van Bewaring Nieuwegein te Nieuwegein
raadsvrouw mr. C. van Oort, advocaat te Rotterdam
1. Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 5 juli 2011, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2. De tenlastelegging
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
- al dan niet door in te breken - uit 26 woningen voorwerpen heeft gestolen.
3. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.
4. De beoordeling van het bewijs
4.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en baseert zich daartoe op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank alleen tot een bewezenverklaring kan komen van zaaksdossier 37, zoals opgenomen in het onder 4 tenlastegelegde feit.
Ten aanzien van de overige tenlastegelegde zaaksdossiers stelt de verdediging zich op het standpunt dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is.
Uit de algemene, nietszeggende modus operandi en de stemherkenning door de verbalisant kan niet worden afgeleid dat verdachte betrokken is bij de tenlastegelegde diefstallen uit woningen, aldus de verdediging.
4.3. Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
In de zomer van 2010 is door de politie te Utrecht een opmerkelijke stijging van het aantal diefstallen uit woningen vastgesteld. Door het mooie weer stonden vaak ramen en deuren open waardoor insluipingen, maar ook diefstallen door middel van braak hebben plaatsgevonden. Bij deze diefstallen zijn gemakkelijk verhandelbare goederen buit gemaakt, zoals geld, portemonnees, laptops en mobiele telefoons.
De politie heeft enkele (telecom)onderzoeken (de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoons zijn opgevraagd) gedaan, waaruit is gebleken dat met gestolen telefoons kort na de diefstallen veel naar één bepaald telefoonnummer is gebeld, te weten het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam van medeverdachte [medeverdachte 1]. Ook zijn bij twee diefstallen DNA-sporen van verdachte aangetroffen. De politie heeft vervolgens diverse BOB-middelen (bijzondere opsporingsbevoegheden) toegepast, waaronder telefoontaps en stelselmatige observaties. Aan de hand van de tijdens de telefoontaps afgeluisterde en uitgewerkte tapgesprekken en op basis van stemherkenning is vastgesteld dat verdachte met een bij de diefstallen uit woningen weggenomen buitgemaakte mobiele telefoon korte tijd na de inbraak/insluiping belde naar medeverdachte [medeverdachte 1] en dat zij een afspraak maakten om elkaar te treffen.
Enkele van de gestolen mobiele telefoons zijn door [medeverdachte 1] in gebruik genomen. Bij een doorzoeking van de verblijfplaats van [medeverdachte 1] in Almere zijn goederen aangetroffen die afkomstig zijn van diefstallen uit woningen. [medeverdachte 1] wordt ondermeer heling van gestolen goederen verweten.
Op 6 november 2010 is verdachte kort na een diefstal uit een woning op heterdaad aangehouden.
Op grond van het bovenstaande zijn aan verdachte 26 diefstallen uit woningen tenlastegelegd.
Vrijspraak
Feit 1
Zaaksdossier 8
Uit de beschikbare bewijsmiddelen in het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende komen vast te staan dat verdachte betrokken is geweest bij de als zaaksdossier 8 onder feit 1 tenlastegelegde diefstal uit een woning. De rechtbank overweegt daartoe in het bijzonder dat het telefoonverkeer dat met de gestolen telefoon kort na deze diefstal heeft plaatsgevonden, en waaruit zou kunnen volgen dat contact is opgenomen met het telefoonnummer van medeverdachte [medeverdachte 1], niet is getapt. Derhalve heeft ten aanzien van dit feit geen stemherkenning kunnen plaatsvinden, terwijl ook ander bewijs dat zou kunnen duiden op enige betrokkenheid van verdachte bij deze diefstal ontbreekt. Verdachte zal dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 25 van de tenlastegelegde diefstallen uit woningen heeft gepleegd op grond van het navolgende.
De rechtbank stelt voorop dat de namens verdachte aangevoerde bewijsverweren - voor zover deze hierna niet uitdrukkelijk worden besproken - geen aanleiding geven tot een afzonderlijke bespreking daarvan. Zij vinden hun weerlegging in de na te noemen bewijsmiddelen. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en de betrouwbaarheid van die, van de lezing van verdachte afwijkende, bewijsmiddelen te twijfelen. Dat geldt met name ook voor de stemherkenning door verbalisanten. De rechtbank is van oordeel dat de overige bewijsmiddelen en zaaksdossiers - in onderling verband en samenhang beschouwd - voldoende steun geven aan die herkenning. Voor zover namens de verdachte het verweer is gevoerd dat de stemherkenning van verdachte onvoldoende betrouwbaar is, wordt dit verweer derhalve verworpen.
Alvorens in te gaan op de bewijsmiddelen per zaaksdossier zet de rechtbank enkele algemene bewijsmiddelen uiteen.
De verklaring van [medeverdachte 2]
Volgens [medeverdachte 2] is verdachte gespecialiseerd in woninginbraken. Verdachte pleegt volgens [medeverdachte 2] zeker vijftien woninginbraken per week. Hij deed dat niet door een deur of raam te vernielen, maar door te voelen of deze niet waren afgesloten. Hij gaat vervolgens naar binnen gaan en neemt goederen mee die hij ziet liggen. Verdachte zou deze inbraken volgens [medeverdachte 2] meestal alleen plegen. De ontvreemde goederen, meestal laptops en telefoons, verkocht verdachte aan dealers of hij ruilde deze voor verdovende middelen. Verdachte heeft enige tijd een relatie gehad met [getuige 1] en heeft met haar verbleven aan het adres [adres] te [woonplaats]. Daar bewaarde verdachte zijn gestolen goederen, aldus [medeverdachte 2].
De verklaring van [getuige 1]
[getuige 1] verklaart op 4 augustus 2010 tegenover de politie dat de bij haar aangetroffen spullen door iemand in de woning zijn gebracht die veel in huizen inklimt. Hij zou dit heel veel doen. Op 22 september 2010 verklaart zij dat de spullen van haar vriendje zijn. Hij doet aan woninginbraken. Ze wil hem niet verraden. Op 22 november 2010 verklaart [getuige 1] dat de vriend, wiens naam zij eerder niet wilde noemen, de verdachte [verdachte] betrof. Verdachte zou veelvuldig goederen uit woningen wegnemen en deze dan meenemen naar de woningen waar zij met hem verbleef. [getuige 1] noemde onder meer de [adres] en de [adres] te [woonplaats]. De tassen die uit woningen werden meegenomen moesten worden gedumpt. [getuige 1] was erbij aanwezig toen verdachte een vuilniszak met gestolen goederen in de omgeving van de Oudenoord te Utrecht in het water had gegooid. Verdachte zou volgens [getuige 1] meestal alleen diefstallen plegen. Anderen gingen niet graag met hem mee omdat verdachte veel risico’s nam. Hij betrad woningen als de bewoners gewoon thuis waren. De goederen verkocht verdachte vaak aan dealers, waaronder aan een persoon genaamd [naam]. Verdachte betrok ook zijn cocaïne van [naam]. Deze [naam] maakt gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer].
De verklaring van [getuige 2]
Op 24 november 2010 is [getuige 2] door de politie gehoord. [getuige 2] verklaart dat verdachte woninginbreker is. Hij brengt zijn gestolen goederen in ruil voor cocaïne bij dealers, waaronder ene [naam]. [getuige 2] heeft verdachte vaker met telefoons, laptops en
iPods gezien. Hij verklaart te hebben gehoord dat verdachte gespecialiseerd is in het insluipen van woningen, met name door via raampjes naar binnen klimmen.
De verklaring van [medeverdachte 1]
Medeverdachte [medeverdachte 1] verklaart tegenover de politie dat hij ook wel [naam] wordt genoemd en dat hij al geruime tijd gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer].
Bewijs
Feit 1
Zaaksdossier 1
Op 3 juni 2010 is door [aangever 1], mede namens [benadeelde 1], aangifte gedaan van woninginbraak, die dag gepleegd tussen 09:45 uur en 15:00 uur aan de [adres] te [woonplaats]. Het bovenlichtje boven de achterdeur was losgebroken van het uitzetijzer. Uit de woning zijn onder meer weggenomen: een navigatiesysteem van het merk Tom Tom 930, drie fotocamera’s van respectievelijk de merken Sony A350, Olympus C5060 (serienummer 285710474) en Canon Powershot, een filmcamera van het merk Panasonic hd, een zilverkleurige telefoon van het merk Nokia en een verrekijker van het merk Olympus. [aangever 1] dan wel [benadeelde 1] is eigenaar van deze goederen.
Omstreeks 14:00 uur diezelfde dag (3 juni 2010) heeft de politie in de woning van [getuige 3] de volgende goederen aangetroffen:
- een zwarte Tom Tom Go 930 (met ingesteld als huisadres: [adres] te Utrecht);
- een digitale fotocamera van het merk Olympus type C5060, serienummer 285710474;
- een verrekijker van het merk Olympus.
De politie heeft de Tom Tom in beslag genomen.
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat de goederen niet van hem zijn, maar dat verdachte die dag bij hem in huis is geweest. Nadat de politie weg was, is verdachte langs geweest en heeft tegen [getuige 3] gezegd dat hij de spullen die de politie had meegenomen moest terugvragen. Verdachte heeft de overige goederen, die de politie had laten liggen, vervolgens meegenomen.
Zaaksdossier 22
Op 7 oktober 2010 is door [aangever 2], mede namens [aangever 3], aangifte gedaan van woninginbraak, gepleegd in de nacht van 6 op 7 oktober 2010, tussen 21:45 uur en 07:30 uur, aan de [adres] te [woonplaats]. De dader is de woning binnen geklommen door het bovenlicht van de keukendeur te verbuigen en open te maken. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict. Uit de woning zijn weggenomen: drie laptops van respectievelijk de merken Toshiba Tecra A9-172, Fujitsu Siemens Amilo M-7405 en Dell Precision M4300, twee mobiele telefoons van respectievelijk de merken Blackberry Curve 8520 en Nokia C5 White (met IMEI-nummer 354330048404449) en een fotocamera van het merk Lumix.
Op 7 oktober 2010 zijn door de politie twee telefoongesprekken om 00:04 uur en 00:11 uur afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling: [aangever 2]). De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 7 oktober 2010 vanaf 00:04 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Op 17 november 2010 is een telefoon van het merk Nokia C5 White (met IMEInummer 35433/04/840444/9) bij [medeverdachte 1] aangetroffen.
[medeverdachte 1] heeft op 30 november 2010 verklaard dat hij deze witte Nokia bij verdachte heeft gehaald en hem hiervoor € 50,00 heeft betaald.
Zaaksdossier 30
Op 5 oktober 2010 is door [benadeelde 2], mede namens [aangever 4], aangifte gedaan van woninginbraak, gepleegd in de nacht van 4 op 5 oktober 2010, tussen 22:15 uur en 04:30 uur, aan de [adres] te [woonplaats]. De dader is via een raam aan de achterzijde van de woning naar binnen geklommen door de beugel van het bovenlicht los te maken. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict. Uit de woning zijn weggenomen: een zwarte mobiele telefoon van het merk Nokia 6300, een grijze mobiele telefoon van het merk Nokia 6300 (telefoonnummer [telefoonnummer]) ,
een bankpas van de Rabobank, een rijbewijs en een ID-kaart - alle ten name van [aangever 4] - en sieraden. [benadeelde 2] dan wel [aangever 4] is eigenaar van de goederen.
Op 5 oktober 2010 is door de politie een telefoongesprek afgeluisterd om 00:03 uur tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling: [benadeelde 2] ).
De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 5 oktober 2010 om 00:03 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 34
Op 10 oktober 2010 is door [aangever 5] aangifte gedaan van woninginbraak, gepleegd in de nacht van 9 op 10 oktober 2010, tussen 22:00 uur en 09:30 uur, aan de [adres] te [woonplaats]. De schuifpui aan de achterzijde van de woning is opengebroken. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict. Uit de woning zijn weggenomen: een bankpas ten name van [aangever 5], een mobiele telefoon van het merk Samsung Sgh-S501i (telefoonnummer [telefoonnummer]) en een OV chipkaart. [aangever 5] is eigenaar van de goederen.
Op 10 oktober 2010 is door de politie een telefoongesprek afgeluisterd om 06:41 uur tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling [aangever 5]). De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] als die van verdachte. In het gesprek wordt door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] aangegeven dat hij “bij het Griftpark is”. Het perceel [adres] grenst aan het Griftpark te Utrecht.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 10 oktober 2010 om 06:41 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Feit 2
Zaaksdossier 9
Op 9 augustus 2010 is door [aangever 6] aangifte gedaan van woninginbraak, die nacht gepleegd om 03:00 uur aan de [adres] te [woonplaats]. De dader is via het openstaande raam naar binnen geklommen. [aangever 6] lag op de bank in de woonkamer te slapen en is wakker geworden van gerommel. Zij heeft zich slapend gehouden en gezien dat de dader langs haar heen liep en iets pakte van de eetkamertafel. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn onder meer weggenomen: een portemonnee, een rijbewijs, een geldbedrag van € 665,00, een betaalpas, een adressenboekje, een ketting en drie armbanden. [aangever 6] is eigenaar van deze goederen.
In de tuin nabij de schutting, is door de politie een aardappelschilmesje aangetroffen waarbij het handvat was omwikkeld met tape. Het mesje is veiliggesteld voor sporenonderzoek.
Op de tape is een DNA-spoor aangetroffen en vergelijkend DNA-onderzoek heeft een match opgeleverd met het DNA-profiel van verdachte. Het celmateriaal kan afkomstig zijn van verdachte. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan 1 op 1 miljard.
Op 14 augustus 2010 is door de politie een vuilniszak met diverse goederen uit de Vecht in Maarssen gehaald. In de zak zaten tassen met goederen die afkomstig waren van diverse woninginbraken in Utrecht, waaronder de onderhavige woninginbraak. De spullen zijn door de politie teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren.
Op 19 augustus 2010 heeft [aangever 6] de volgende goederen terug ontvangen van de politie: portemonnee, rijbewijs, bankpas en adressenboekje.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat verdachte veelvuldig goederen wegnam uit woningen. Verdachte nam de goederen dan vaak mee naar de woningen waar zij en verdachte verbleven, zoals de [adres] en de [adres] te Utrecht.
De tassen die waren gestolen moesten vervolgens worden gedumpt. [getuige 1] heeft verklaard dat de vuilniszak die de politie heeft gevonden de vuilniszak is met de gestolen goederen die verdachte in het water heeft gegooid in de omgeving van de Oudenoord te Utrecht. (Dit riviertje, het Zwarte Water, komt uit in de Vecht).
[getuige 1] heeft verklaard dat verdachte veel risico’s nam bij woninginbraken en dat hij een woning zelfs inging als de bewoners thuis waren. [getuige 1] bevestigt een inbraak in een woning waarbij de bewoonster op de bank in de woonkamer lag te slapen en waarbij verdachte door een raam naar binnen klom en
goederen uit de woning wegnam.
Zaaksdossier 18
Op 4 september 2010 is door [benadeelde 3] aangifte gedaan van woninginbraak, gepleegd in de nacht van 3 op 4 september 2010 tussen 10:30 uur en 08:00 uur aan de [adres] te [woonplaats]. De daders zijn via de tuin van de buren en vervolgens via het openstaande raam de woning van [benadeelde 3] naar binnen gegaan. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: drie gouden ringen, een armband, twee kettingen en een zakhorloge. [benadeelde 3] is eigenaar van een van de gouden ringen.
In de tuin van de buren is door de politie een zwart stoffen Nike-petje aangetroffen. Het petje is veiliggesteld voor sporenonderzoek. Er is een DNA-spoor op het petje aangetroffen en vergelijkend DNA-onderzoek heeft een match opgeleverd met het DNA-profiel van verdachte. Het celmateriaal kan afkomstig zijn van verdachte. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan
1 op 1 miljard.
Zaaksdossier 23
Op 19 september 2010 is door [aangever 7] aangifte gedaan van woninginbraak gepleegd in de nacht van 18 op 19 september 2010 tussen 23:00 uur en 07:00 uur aan de [adres] te Utrecht. De daders zijn door het kleine raampje bij de achterdeur naar binnen geklommen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een laptop van het merk Toshiba, een rijbewijs, een creditcard, twee bankpassen ten name van [aangever 7] en een mobiele telefoon van het merk Nokia (telefoonnummer [telefoonnummer]). [aangever 7] is eigenaar van deze goederen.
Op 19 september 2010 is door de politie een telefoongesprek afgeluisterd om 06:14 uur tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer].
De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 19 september 2010 om 06:14 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 27
Op 27 september 2010 is door [aangever 8], mede namens [aangever 9], aangifte gedaan van insluiping in haar woning gepleegd op in de nacht van 26 op 27 september 2010 tussen 22:00 uur en 07:23 uur aan het [adres] te Utrecht.
De daders zijn door het openstaande zijraampje in de keuken naar binnen gegaan. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een videocamera van het merk Canon, een laptop van het merk Sony Vaio, een portemonnee met inhoud, onder meer bankpassen en een rijbewijs ten name van [aangever 8], een mobiele telefoon van het merk Samsung 360 (telefoonnummer [telefoonnummer]) en een geldbedrag ad € 160,00. [aangever 8] dan wel [naam] is eigenaar van deze goederen.
Op 27 september 2010 is door de politie een telefoongesprek afgeluisterd om 01:26 uur tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling [aangever 9]). De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte.
In het gesprek geeft verdachte aan dat het “de driezestig is, die nieuwste met camera”. [medeverdachte 1] vraagt vervolgens: “Je belt mij met deze telefoon?,” waarop verdachte lacht en zegt: “Ja, sorry.” Vervolgens zegt [medeverdachte 1] dat verdachte dat niet meer moet doen. Als de politie onderzoek doet, komen ze op zijn nummer. [medeverdachte 1] zegt vervolgens: “Als ik… dan ga jij ook.”
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 27 september 2010 om 01:26 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Feit 3
Zaaksdossier 24
Op 20 september 2010 is door [aangever 10], mede namens [aangever 11] en [aangever 11], aangifte gedaan van inbraak in haar woning, gepleegd in de nacht van 19 op 20 september 2010 tussen 23:30 uur en 05:20 uur aan de [adres] te [woonplaats]. In de voortuin stond de fiets van [aangever 11] geparkeerd met in het ringslot een sleutelbos met onder andere de huissleutels. De huissleutels zijn gebruikt om de voordeur te openen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een laptop van het merk Compaq, twee fotocamera’s van de merken Kodak en Canon, een PDA van het merk Sony Ericsson en een grijze mobiele telefoon (telefoonnummer 06-46291164). [aangever 10], [aangever 11] dan wel [aangever 11] is eigenaar van deze goederen.
Op 20 september 2010 is door de politie om 02:49 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer 06-46291164 (tenaamstelling: [aangever 11]).
De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer 06-46291164 wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer 06-46291164 op 20 september 2010 om 02:49 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Feit 4
Zaaksdossiers 6 en 7
Op 27 juli 2010 is door [benadeelde 4] aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gepleegd die dag aan de [adres] te [woonplaats]. De deur naar de tuin stond open. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict. Uit de woning zijn weggenomen: een ING-bankpas ten name van [benadeelde 4], een tankpas van Q8, een ANWB Visa Card ten name van [benadeelde 4], een rijbewijs ten name van [benadeelde 4], een kentekenbewijs (Deel 1, 2 en 3 ten behoeve van een Suzuki Alto met kenteken [kenteken]), een mobiele telefoon van het merk HTC T8585 en een geldbedrag ad € 150,00. [benadeelde 4] is eigenaar van deze spullen. Daarnaast is een identiteitspas van het UMC op naam van [benadeelde 4] weggenomen.
Op 29 juni 2010 is door [aangever 12] aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gepleegd die avond aan de [adres] te [woonplaats].
De achterdeur stond ten tijde van de diefstal op een kier. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict. Uit de woning zijn weggenomen: een ID-kaart en een Ov-jaarkaart ten name van [aangever 12], een geldbedrag van € 400,00 en een sleutelbos met meerdere sleutels. [aangever 12] is eigenaar van deze spullen. Daarnaast is een ING pinpas weggenomen.
Tijdens een huisbezoek aan de [adres] te [woonplaats], de tijdelijke verblijfplaats van
getuige [getuige 1], heeft de politie op 2 augustus 2010 de volgende goederen aangetroffen:
- de kentekenpapieren van de auto met kenteken [kenteken];
- een rijbewijs op naam van [benadeelde 4];
- een toegangspas van het UMC op naam van [benadeelde 4];
- een betaalpas van de ING op naam van [aangever 12] met rekeningnummer [rekeningnummer].
[getuige 1] heeft verklaard dat voornoemde goederen door haar vriend zijn meegenomen naar het huis waar zij tijdelijk verbleef. Haar vriend pleegt veelvuldig diefstallen uit woningen door middel van inklimming. Haar vriend is verdachte.
Op 16 augustus 2010 heeft [benadeelde 4] onder andere terug ontvangen van de politie de volgende in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in beslaggenomen spullen:
- een rijbewijs op naam van [benadeelde 4];
- een kentekenbewijs deel 1, 2 en 3 van een Suzuki Alto met kenteken [kenteken];
- een tankpas van Q8.
Op 25 augustus 2010 heeft [aangever 12] terug ontvangen van de politie de in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in beslaggenomen ING betaalpas op naam van [aangever 12] met rekeningnummer [rekeningnummer].
Zaaksdossier 10
Op 2 augustus 2010 heeft [benadeelde 7], mede namens [benadeelde 6] en [benadeelde 5], aangifte gedaan van diefstal uit haar woning aan de [adres] te [woonplaats], gepleegd in de nacht van 2 augustus 2010 tussen 02:30 uur en 08:50 uur. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: twee mobiele telefoons van de merken Nokia 6300 en Nokia 6230, een paspoort met nummer NJ5040704, een paspoort ten name van [benadeelde 6], een bankpas, een Spaans rijbewijs ten name van [benadeelde 6],
een Spaans vreemdelingendocument ten name van [benadeelde 6] en vier goudkleurige ringen. [benadeelde 7], [benadeelde 6] dan wel [benadeelde 5], is eigenaar van deze spullen.
In de op 14 augustus 2010 door de politie uit de Vecht gehaalde vuilniszak zijn goederen aangetroffen afkomstig van de onderhavige diefstal.
Op 19 augustus 2010 heeft [benadeelde 7] de volgende goederen terug ontvangen van de politie: een paspoort, een Spaans vreemdelingendocument en een Spaans rijbewijs op naam van
[benadeelde 6] en een bankpas.
[getuige 1] heeft verklaard dat verdachte veelvuldig goederen mee nam naar de woningen waar zij en verdachte verbleven, waaronder de woning aan de [adres] te [woonplaats]. De tassen die waren gestolen moesten vervolgens worden gedumpt. [getuige 1] heeft verklaard dat zij erbij was toen verdachte een vuilniszak met gestolen goederen in het water had gegooid.
[getuige 1] heeft voorts bij de politie verklaard dat haar vriend een keer aankwam met een tas met daarin een portemonnee met daarin foto’s van een zwangere vrouw (foto’s echo).
In de vuilniszak die op 14 augustus 2010 door de politie is aangetroffen, zijn diverse echo’s aangetroffen, die afkomstig bleken van de aangever van de diefstal uit de woning aan de [adres] te [woonplaats].
Zaaksdossier 11
Op 7 augustus 2010 heeft [aangever 13] aangifte gedaan van woninginbraak in haar woning aan de [adres] te [woonplaats], gepleegd in de nacht van 7 augustus 2010 tussen 01:00 uur en 02:45 uur. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een rijbewijs, een ID-kaart en een ING-bankpas ten name van [aangever 13]. [aangever 13] is eigenaar van deze goederen.
In de op 14 augustus 2010 door de politie uit de Vecht gehaalde vuilniszak zijn goederen aangetroffen afkomstig van de onderhavige diefstal.
Op 19 augustus 2010 heeft [aangever 13] de volgende goederen terug ontvangen van de politie: een rijbewijs, een ID-kaart en een ING-bankpas.
Zaaksdossiers 12 en 16
Op 7 augustus 2010 heeft [aangever 14], mede namens [aangever 15], aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning die dag gepleegd aan het [adres] te Utrecht. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een mobiele telefoon van het merk Nokia E72, een laptop van het merk Dell Inspiron 6400, twee randomreaders, een rijbewijs ten name van [aangever 14], een geldbedrag van € 265,00, een bankpas en een rijbewijs beide ten name van
[aangever 15] en twee creditcards ten name van [aangever 14]. [aangever 14] dan wel [aangever 15] is eigenaar van deze goederen.
Op 31 augustus 2010 heeft [benadeelde 8] aangifte gedaan van diefstal uit haar woning tussen 31 augustus 2010 om 01:15 uur en 07:00 uur aan [adres] te Utrecht. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Weggenomen zijn een laptop van het merk Acer, twee bankpassen en een rijbewijs ten name van [benadeelde 8] en een geldbedrag van € 40,00. [benadeelde 8] is eigenaar van deze goederen.
[getuige 1] heeft verklaard dat verdachte veelvuldig goederen wegnam uit woningen. Verdachte nam de spullen dan vaak mee naar de woningen waar zij en verdachte verbleven, waaronder de woning aan de [adres] te [woonplaats].
Tijdens een doorzoeking op 16 september 2010 in de woning aan de [adres] te [woonplaats] zijn twee rijbewijzen en diverse pasjes op naam van [aangever 14] en [aangever 15] aangetroffen. Daarnaast zijn een rijbewijs en diverse pasjes op naam van [benadeelde 8] aangetroffen.
Zaaksdossier 13
Op 7 augustus 2010 heeft [aangever 16], mede namens [aangever 17], aangifte gedaan van insluiping, gepleegd die avond omstreeks 20:00 uur in zijn woning aan de [adres] te [woonplaats]. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een Blackberry (met telefoonnummer [telefoonnummer]), een rijbewijs en twee bankpassen ten name van [aangever 17] en twee bankpassen, twee creditcards en een rijbewijs ten name van [aangever 16]. [aangever 16] dan wel [aangever 17] is eigenaar van deze goederen.
In de op 14 augustus 2010 door de politie uit de Vecht gehaalde vuilniszak zijn goederen aangetroffen afkomstig van de onderhavige diefstal.
Op 19 augustus 2010 heeft [aangever 17] de volgende goederen terug ontvangen van de politie: twee rijbewijzen, twee bankpassen en twee creditcards.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon (met telefoonnummer [telefoonnummer]) blijkt dat de gebruiker daarvan op 7 augustus 2010 omstreeks 20:19 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 25
Op 24 september 2010 is door [aangever 18], mede namens [aangever 19], aangifte gedaan van woninginbraak, gepleegd die ochtend tussen 06:15 uur en 06:30 uur aan de [adres] te [woonplaats]. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een mobiele telefoon van het merk Sony Ericsson Aino (telefoonnummer [telefoonnummer]), een rijbewijs en drie bankpassen (ING Bank) ten name van [aangever 18], een rijbewijs, een ID-kaart en twee bankpassen ten name van [aangever 19] en een mobiele telefoon van het merk Nokia. [aangever 18] dan wel [aangever 19] is eigenaar van de goederen.
Op 24 september 2010 is door de politie om 06:25 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling: [aangever 18]). De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 24 september 2010 om 06:25 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 26
Op 26 september 2010 is door [aangever 20] aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gepleegd die avond tussen 19:30 uur en 20:15 uur aan de [adres] te [woonplaats]. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: twee bankpassen (ING Bank) en een rijbewijs ten name van [aangever 20] en een mobiele telefoon van het merk Nokia (telefoonnummer [telefoonnummer]). [aangever 20] is eigenaar van de goederen.
Op 26 september 2010 is door de politie om 19:56 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling: [aangever 20]). De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte. [medeverdachte 1] en verdachte maken een afspraak voor later die avond.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 26 september 2010 om 19:56 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 28
Op 29 september 2010 is door [benadeelde 9] aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gepleegd die ochtend tussen 06:50 uur en 07:00 uur aan de [adres] te [woonplaats]. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een IPhone (telefoonnummer 06-48157043), een rijbewijs en drie bankpassen (ING Bank) ten name van [benadeelde 9], een geldbedrag van € 75,00, autosleutels en een OV-chipkaart met een saldo van € 45,00. [benadeelde 9] is eigenaar van de goederen.
Op 29 september 2010 is door de politie om 07:06 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer 06-48157043 (tenaamstelling: [benadeelde 9]). De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer 06-48157043 wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer 06-48157043 op 29 september 2010 om 07:06 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 29
Op 4 oktober 2010 is door [aangever 21], mede namens [aangever 22], aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gepleegd die avond tussen 19:45 en 20:10 uur aan de [adres] te [woonplaats].
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een paspoort ten name van [aangever 21], een kentekenbewijs van de Renault Laguna met kenteken [kenteken], twee bankpassen (Rabobank en ING Bank) ten name van [aangever 21], drie creditcards ten name van [aangever 22], een rijbewijs ten name van [aangever 21] en een leesbril van het merk Vogue.
Daarnaast is een iPhone met telefoonnummer [telefoonnummer] weggenomen. [aangever 21] dan wel [aangever 22] is eigenaar van de goederen.
Op 4 oktober 2010 is door de politie om 20:20 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer]. De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer
[telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 4 oktober 2010 om 20:20 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 31
Op 5 oktober 2010 is door [aangever 23] aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning, gepleegd die avond omstreeks 20:30 uur aan de [adres] te [woonplaats]. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: drie bankpassen (ING Bank en American Express) ten name van [aangever 23], een Iphone (met telefoonnummer [telefoonnummer]) en een rijbewijs ten name van [aangever 23]. [aangever 23] is eigenaar van de goederen.
Op 5 oktober 2010 is door de politie om 20:33 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling: [aangever 23]). De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 5 oktober 2010 om 20:33 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 32
Op 8 oktober 2010 is door [benadeelde 10] aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gepleegd in de nacht van 7 op 8 oktober 2010 tussen 23:00 uur en 06:45 uur aan de [adres] te [woonplaats]. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: een laptop van het merk Dell, een mobiele telefoon van het merk Nokia (telefoonnummer 06-47147448), een paspoort en een rijbewijs ten name van [benadeelde 10] en drie bankpassen (ABN AMRO Bank) ten name van [benadeelde 10]. [benadeelde 10] is eigenaar van de goederen.
Op 8 oktober 2010 is door de politie om 05:12 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer 06-47147448.
De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer 06-47147448 wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer 06-47147448 op 8 oktober 2010 om 05:12 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 33
Op 10 oktober 2010 is door [aangever 24] aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning, gepleegd in de nacht van 9 op 10 oktober 2010 tussen 19:50 uur en 10:15 uur aan de [adres] te [woonplaats]. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: twee mobiele telefoons van de merken Samsung Sgh-G600 en Nokia 6303, een rijbewijs ten name van [aangever 24], twee kentekenbewijzen van een Suzuki Alto met kenteken [kenteken], drie bankpassen (Rabobank en Visa) ten name van [aangever 24], een geldbedrag van € 60,00 en een Ipac van het merk HP. [aangever 24] dan wel [aangever 24] is eigenaar van de goederen.
Op 10 oktober 2010 zijn door de politie vanaf 01:09 uur telefoongesprekken afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling [aangever 24], [adres] te Utrecht).
De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte. [medeverdachte 1] wil met verdachte afspreken en vraagt hem de telefoon mee te nemen.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 10 oktober 2010 vanaf 01:09 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1].
Zaaksdossier 35
Op 4 november 2010 is door [aangever 25], mede namens [aangever 26], aangifte gedaan van diefstal uit haar woning, gepleegd in de nacht van 3 op 4 november 2010 tussen
23:30 uur en 07:30 uur aan [adres] te Utrecht. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: twee laptops; een witte Apple Macbook (met serienummer S45004HAN8PW) en een grijze Apple Macbook Pro, een USB-stick, een witte iPhone (met serienummer 011952007011066), een oranje iPod Nano (met inscriptie: [aangever 25] 04-10-09), vier ING bankpassen, een ING creditcard en een rijbewijs ten name van [aangever 25]. [aangever 25] dan wel [aangever 26] is eigenaar van de goederen.
Op 4 november 2010 is door de politie om 06:10 uur een telefoongesprek afgeluisterd tussen de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (in gebruik bij [medeverdachte 1]) en de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] (tenaamstelling: [aangever 25]).
De stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van [medeverdachte 1] en de stem van de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] wordt herkend als die van verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de gestolen telefoon blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] op 4 november 2010 om 06:10 uur heeft uitgebeld naar het nummer van [medeverdachte 1]. Verdachte en [medeverdachte 1] spreken met elkaar af bij een speeltuintje.
Tijdens een doorzoeking van de verblijfplaats van medeverdachte [medeverdachte 1], te weten de woning aan het [adres] te Almere, op 17 november 2010 zijn de oranje iPod, de witte Macbook en grijze Macbook Pro afkomstig van de onderhavige diefstal aangetroffen.
[medeverdachte 1] heeft op 30 november 2010 verklaard dat hij verdachte bij een speeltuintje ontmoette en daar de bovengenoemde iPod en de twee laptops van verdachte heeft gekregen.
Zaaksdossier 37
Op 6 november 2010 heeft [aangever 27], mede namens [aangever 28], aangifte gedaan van woninginbraak in haar woning aan de [adres] te [woonplaats], gepleegd die nacht omstreeks 04:45 uur. [aangever 28] is naar beneden gegaan waarna de daders zijn weggerend. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit delict.
Uit de woning zijn weggenomen: twee ringen; een trouwring met de inscriptie: [naam] en een ring met de inscriptie: [naam], een laptop van het merk HP, een rijbewijs ten name van [aangever 28], twee bankpassen, een Visa card en een mobiele telefoon van het merk Samsung. [aangever 27] dan wel [aangever 28] is eigenaar van de goederen.
Om 04:46 uur ontvangen verbalisanten een melding van deze woninginbraak. Zij begeven zich in de richting van de woning. In tegengestelde richting komt hen een personenauto tegemoet met drie personen. De persoon op de achterbank duikt weg. De personenauto is staande gehouden en de inzittenden zijn aangehouden. Verdachte is de persoon op de achterbank.
Nadat verdachte bij het politiebureau uit de politieauto is gestapt, ontdekt een verbalisant op de dorpel, net voor de achterbank, onder andere een gouden ring met inscriptie: “[naam]”. Later worden in de auto waarin verdachten zijn aangehouden onder meer een laptop, een mobiele telefoon van het merk Samsung en een portemonnee met pasjes op naam van [aangever 28] aangetroffen.
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft op 7 november 2010 de woninginbraak bekend. Hij heeft verklaard dat verdachte de deur van de woning heeft opengetrokken en naar binnen is gegaan. Verdachte heeft vervolgens een laptop van tafel gepakt, waarna zij zijn weggegaan, aldus [medeverdachte 2].
Nadere overwegingen met betrekking tot het bewijs
De rechtbank is van oordeel dat de bewijsmiddelen van de afzonderlijke zaaksdossiers in onderling verband en samenhang met elkaar moeten worden bezien, waarbij opvalt dat de bij diefstallen gehanteerde modus operandi op belangrijke details overeenstemt: verdachte kiest woningen uit die zonder veel moeite kunnen worden betreden. Door een openstaande deur of openstaand raam wordt de woning binnengetreden dan wel door het verbuigen of losmaken van een bovenlicht.
Vervolgens worden gemakkelijk verhandelbare goederen meegenomen, die in de woning voor het grijpen liggen, zoals: geld, portemonnees, laptops en mobiele telefoons. Er worden telkens risico’s genomen: de bewoners zijn overdag thuis of liggen ‘s nachts in dezelfde ruimte te slapen. Kort na de diefstal (soms al na enkele minuten) wordt er door verdachte met een bij de diefstal buitgemaakte mobiele telefoon naar medeverdachte [medeverdachte 1] gebeld en een afspraak gemaakt om elkaar te treffen. Uit de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] volgt dat [medeverdachte 1] een dealer is en dat verdachte de gestolen voorwerpen aan [medeverdachte 1] verkocht of ruilde voor cocaïne.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden - en met name ook gelet op de opvallende overeenkomsten in de gehanteerde modus operandi die door meerdere getuigen wordt toegeschreven aan verdachte - komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte de
25 diefstallen uit woningen heeft gepleegd.
4.4. De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 3 juni 2010 tot en met 10 oktober 2010 te Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit
(zaaksdossier 1)
- een woning aan de [adres] heeft weggenomen een navigatiesysteem (TomTom) en drie fotocamera's (Sony A350/Olympus C5060/Canon Powershot) en een filmcamera (Panasonic hd) en een telefoon (zilverkleurige Nokia) en een verrekijker (Olympus), toebehorende aan [aangever 1] of [benadeelde 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak van het uitzetijzer van het bovenlicht van de achterdeur;
(zaaksdossier 22)
- een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 6 oktober 2010 om 21.45 uur en 7 oktober 2010 om 07.30 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, heeft weggenomen drie laptops (Toshiba Tecra A9-172 en Fujitsu Siemens Amilo M-7405 en Dell Precision M4300) en twee mobiele telefoons (Blackberry Curve 8520 en Nokia C5 White) en een fotocamera (Lumix), toebehorende aan [aangever 2] of [aangever 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
(zaaksdossier 30)
- een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 4 oktober 2010 om 22.15 uur en 5 oktober 2010 om 04.30 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, heeft weggenomen twee mobiele telefoons (merk Nokia 6300 zwart en Nokia 6300 grijs) en een bankpas (Rabobank) ten name van [aangever 4] en een rijbewijs ten name van
[aangever 4] en een ID-kaart ten name van [aangever 4] en sieraden, toebehorende aan [benadeelde 2] of [aangever 4], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
(zaaksdossier 34)
- een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 9 oktober 2010 om 22.00 uur en 10 oktober 2010 om 09.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, heeft weggenomen een bankpas ten name van [aangever 5] en een mobiele telefoon (Samsung Sgh-S501i) en een OV chipkaart, toebehorende aan [aangever 5], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak op de schuifpui aan de achterzijde van de woning;
2.
in de periode van 9 augustus 2010 tot en met 27 september 2010 te Utrecht, telkens, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit
(zaaksdossier 9)
- een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich op 9 augustus 2010 omstreeks 03.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee en een rijbewijs en een hoeveelheid geld in totaal 665 euro en een betaalpas en een adressenboekje en een ketting en drie armbanden, toebehorende aan [aangever 6], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming door een openstaand raam;
(zaaksdossier 18)
- een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen drie gouden ringen en een armband en twee kettingen en een zakhorloge, ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming door een openstaand raam;
(zaaksdossier 23)
- een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen
18 september 2010 om 23.00 uur en 19 september 2010 om 07.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, heeft weggenomen een laptop (Toshiba) en een rijbewijs en een creditcard en twee bankpassen ten name van [aangever 7] en een mobiele telefoon (merk Nokia), toebehorende aan [aangever 7], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
(zaaksdossier 27)
- een woning gelegen aan het [adres], alwaar verdachte zich tussen
26 september 2010 om 22.00 uur en 27 september 2010 om 07.20 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een videocamera (Canon) en een laptop (Sony Vaio) en een portemonnee met inhoud, een bankpas en een rijbewijs ten name van [aangever 8], en een mobiele telefoon Samsung 360 en een geldbedrag ad 160,- euro, toebehorende aan [aangever 8], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming door een openstaand raam;
3.
(zaaksdossier 24)
in de periode van 19 september 2010 tot en met 20 september 2010 te Utrecht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening tussen 19 september 2010 om 23.30 uur en
20 september 2020 om 05.20 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning aan de [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, heeft weggenomen een laptop (merk Compaq) en twee fotocamera's (merk Kodak en Canon) en een PDA (merk Sony Ericsson) en een mobiele telefoon (kleur grijs), toebehorende aan [aangever 10] of [aangever 11] of [aangever 11], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel, te weten een sleutel van de woning die aan de sleutelbos van een voor de woning geparkeerde fiets bevestigd was;
4.
in de periode van 29 juni 2010 tot en met 6 november 2010 te Utrecht en Den Dolder,
(zaaksdossier 6)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een ING-bankpas ten name van [benadeelde 4] en een tankpas (Q8) en een ANWB Visa Card ten name van [benadeelde 4] en een rijbewijs ten name van [benadeelde 4] en een kentekenbewijs (Deel 1, 2 en 3 tbv Suzuki Alto [kenteken]) en een mobiele telefoon (HTC T8585) en een geldbedrag ad 150,- euro, toebehorende aan [benadeelde 4];
(zaaksdossier 7)
- in een woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een ID-kaart ten name van [aangever 12] en een OV-jaarkaart ten name van [aangever 12] en een geldbedrag ad 400,- euro en een sleutelbos met meerdere sleutels, toebehorende aan [aangever 12];
(zaaksdossier 10)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 02.30 uur en 08.50 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee mobiele telefoons (Nokia 6300 en Nokia 6230) en een paspoort (NJ5040704) en een paspoort ten name van [benadeelde 6] en een bankpas en een Spaans rijbewijs ten name van [benadeelde 6] en een Spaans vreemdelingendocument ten name van [benadeelde 6] en vier goudkleurige ringen, toebehorende aan [benadeelde 7] of [benadeelde 6] of [benadeelde 5];
(zaaksdossier 11)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 01.00 uur en 02.45 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rijbewijs ten name van [aangever 13] en een ID-kaart ten name van [aangever 13] en een ING-bankpas ten name van [aangever 13], toebehorende aan [aangever 13];
(zaaksdossier 12)
- in een woning gelegen aan het [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Nokia E72) en een laptop (Dell Inspiron 6400) en twee randomreaders en een rijbewijs ten name van [aangever 14] en een geldbedrag van 265,- euro en een bankpas ten name van [aangever 15] en een rijbewijs ten name van
[aangever 15] en twee creditcards ten name van [aangever 14], toebehorende aan [aangever 14] en/of [aangever 15];
(zaaksdossier 13)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Blackberry en een rijbewijs ten name van [aangever 17] en twee bankpassen ten name van [aangever 17] en 2 bankpassen ten name van [aangever 16] en twee creditcards ten name van [aangever 16] en een rijbewijs ten name van [aangever 16], toebehorende aan [aangever 16] of [aangever 17];
(zaaksdossier 16)
- in een woning gelegen aan de Prof. [adres], alwaar verdachte zich tussen 01.15 uur en 07.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een laptop (Acer) en twee bankpassen ten name van
[benadeelde 8] en een rijbewijs ten name van [benadeelde 8] en een geldbedrag van 40,- euro, toebehorende aan [benadeelde 8];
(zaaksdossier 25)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Sony Ericsson Aino) en een rijbewijs ten name van [aangever 18] en drie bankpassen (ING Bank) ten name van [aangever 18] en een rijbewijs ten name van [aangever 19] en een ID-kaart ten name van [aangever 19] en twee bankpassen ten name van [aangever 19] en een mobiele telefoon (merk Nokia), toebehorende aan [aangever 18] of [aangever 19];
(zaaksdossier 26)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee bankpassen (ING Bank) ten name van [aangever 20] en een mobiele telefoon (merk Nokia) en een rijbewijs ten name van [aangever 20], toebehorende aan [aangever 20];
(zaaksdossier 28)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 28 september 2010 om 22.45 uur en 29 september 2010 om 07.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Iphone en een rijbewijs ten name van [benadeelde 9] en drie bankpassen (ING Bank) ten name van [benadeelde 9] en een geldbedrag ad 75,- euro en autosleutels en een OV chipkaart met een saldo van 45,- euro, toebehorende aan [benadeelde 9];
(zaaksdossier 29)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een paspoort ten name van [aangever 21] en een kentekenbewijs (Renault Laguna [kenteken]) en twee bankpassen (Rabobank en ING Bank) ten name van [aangever 21] en drie creditcards ten name van [aangever 22] en een rijbewijs ten name van [aangever 21] en een leesbril (merk Vogue), toebehorende aan [aangever 21] of [aangever 22];
(zaaksdossier 31)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie bankpassen (ING Bank en American Express) ten name van [aangever 23] en een iPhone en een rijbewijs ten name van [aangever 23], toebehorende aan [aangever 23];
(zaaksdossier 32)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 7 oktober 2010 om 23.00 uur en 8 oktober 2010 om 05.12 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een laptop (merk Dell) en/of een mobiele telefoon (Nokia) en/of een paspoort en rijbewijs ten name van [benadeelde 10] en/of drie bankpassen (ABN AMRO Bank) ten name van [benadeelde 10], toebehorende aan [benadeelde 10];
(zaaksdossier 33)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich tussen 9 oktober 2010 om 19.50 uur en 10 oktober 2010 om 01.09 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee mobiele telefoons (merk Samsung Sgh-G600 en Nokia 6303) en een rijbewijs ten name van [aangever 24] en twee kentekenbewijzen (Suzuki Alto [kenteken]) en drie bankpassen (Rabobank en Visa) ten name van [aangever 24] en een geldbedrag ad 60,- en een Ipac (HP) toebehorende aan [aangever 24] of [aangever 24];
(zaaksdossier 35)
- in een woning gelegen aan de [adres][aangever 16][adres], alwaar verdachte zich tussen
3 november 2010 om 23.30 uur en 4 november 2010 om 07.30 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee laptops (Apple Macbook en Apple Macbook Pro) en een USB-stick en een Iphone en een Ipod Nano (kleur oranje) en vier ING bankpassen en een ING creditcard en een rijbewijs ten name van [aangever 25], toebehorende aan [aangever 25] of W.J. [aangever 26];
(zaaksdossier 37)
- in een woning gelegen aan de [adres], alwaar verdachte zich omstreeks
04.45 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee ringen (trouwring met inscriptie [naam] en ring met inscriptie [naam]) en een laptop (Hp) en een rijbewijs ten name van [aangever 28] en twee bankpassen en een Visa card en een mobiele telefoon, toebehorende aan [aangever 27] of [aangever 28].
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5. De strafbaarheid
5.1. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van feit 1, zaaksdossier 1:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van feit 1, zaaksdossiers 22 en 30 en feit 2, zaaksdossiers 9, 23 en 27:
telkens diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
Ten aanzien van feit 1, zaaksdossier 34:
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van feit 2, zaaksdossier 18:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
Ten aanzien van feit 3, zaaksdossier 24:
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel;
Ten aanzien van feit 4, zaaksdossiers 6, 7, 12, 13, 25, 26, 29 en 31:
telkens diefstal;
Ten aanzien van feit 4, zaaksdossiers 10, 11, 16, 28, 32, 33, 35 en 37:
telkens diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
5.2. De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6. De strafoplegging
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaar met aftrek van het voorarrest.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd overweegt de rechtbank in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich (waarschijnlijk onder invloed van cocaïne) schuldig gemaakt aan
25 woninginbraken/insluipingen. Soms overdag terwijl de bewoners thuis waren, maar vaak ook verdachte s’nachts als de bewoners (al dan niet in de dezelfde ruimte) lagen te slapen. Verdachte heeft met dit gedrag het gevoel van onveiligheid versterkt. Deze diefstallen veroorzaken niet alleen de nodige materiële schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy van de bewoners. Het is voor hen bijzonder onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde in hun woning is geweest en dat hun persoonlijke bezittingen zijn doorzocht. Slachtoffers van insluipingen moeten vaak lang met een gevoel van onveiligheid leven hetgeen een enorme impact heeft op hun leven. Dit blijkt ook uit de ter zitting voorgedragen verklaringen van de benadeelde partijen.
Verdachte heeft zich hier in het geheel niet om bekommerd, maar heeft enkel gehandeld uit eigen belang. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op zijn nog jeugdige leeftijd en op de inhoud van
- een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 9 juni 2011, waaruit blijkt dat hij eerder veelvuldig voor soortgelijke vermogensdelicten is veroordeeld;
- een verdachte betreffend reclasseringsadvies d.d. 1 juli 2011, opgemaakt door
E.R. Jap-a-Joe, reclasseringswerker, waaruit blijkt dat verdachte een 32-jarige man is met een laag intelligentieniveau en dat hij bekend is met verslavingsproblematiek bij Centrum Maliebaan. Zijn gewetensfuncties zijn beperkt ontwikkeld en er is duurzaam op diverse levensdomeinen sprake van een hoge mate van disfunctioneren. Er kan gesproken worden van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Ziektebesef is aanwezig, inzicht is gering. Lijdensdruk wordt nauwelijks waargenomen. Verdachte komt al vanaf jeugdige leeftijd in aanraking met justitie en een ISD-maatregel heeft in het verleden geen resultaat gehad. Tot kort voor zijn aanhouding heeft verdachte reclasseringscontact gehad naast het contact met het ACT dat zijn uitkering beheert. Door het geduld en de aandacht van zowel de reclassering als het ACT, is meer dan in het verleden een vertrouwensband opgebouwd. Verdachte is nu wel open komen te staan voor aanwijzingen die in de sfeer komen te liggen van gedragsinterventies. Gezien het ontbreken van de cognitieve vaardigheden in combinatie met de verslavingsproblematiek wordt geadviseerd het reclasseringstoezicht te intensiveren door het adviseren van de Leefstijltraining en een CoVa+-training. Ter terechtzitting heeft de heer Jap-a-Joe bovengenoemd advies toegelicht. De reclassering is - kort gezegd - van mening dat er thans met verdachte wel wat te bereiken valt en dat zij hem met geduld en aandacht naar zorg toe kunnen leiden.
De reclassering wil hem - mede gezien zijn cognitieve beperking - nog een kans geven. De rechtbank neemt dit advies over en weegt deze omstandigheden - en met name de cognitieve beperking van verdachte - ten voordele van de verdachte mee bij de strafoplegging.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar, waarvan
1 jaar voorwaardelijk, passend en geboden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
De voorwaardelijke straf dient ervoor om verdachte te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan verdachte zal een proeftijd worden opgelegd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarden:
- zich tijdens de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland;
- een meldingsgebod. Verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde.
Daartoe moet verdachte zich binnen 3 dagen volgend op zijn expiratiedatum melden bij de reclassering van Centrum Maliebaan, Tolsteegsingel 2a te Utrecht. Hierna moet hij zich gedurende door Centrum Maliebaan bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de voornoemde instelling gedurende deze periode dit nodig acht.
- deelname aan een gedragsinterventie. De verdachte moet deelnemen aan de volgende gedragsinterventies:
• Cognitieve vaardigheidstraining+ (CoVa+)
• Leefstijltraining.
7. De benadeelde partijen
Zaaksdossier 1
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van € 20.860,70 in zaak 1 onder feit 1.
De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken van een rechtstreeks verband tussen de geleden schade en het bewezenverklaarde handelen van verdachte. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. Hij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Zaaksdossiers 30, 18, 6, 10, 16, 28 en 32
De benadeelde partij [benadeelde 2] vordert een schadevergoeding van € 272,80 ter zake van materiële schade en € 250,00 ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 30 onder feit 1.
De benadeelde partijen [benadeelde 3] en [benadeelde 11] vorderen gezamenlijk een schadevergoeding van € 980,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 18 onder feit 2.
De benadeelde partij [benadeelde 4] vordert een schadevergoeding van € 400,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 6 onder feit 4.
De benadeelde partij [benadeelde 5] vordert een schadevergoeding van € 1.282,30 ter zake van materiële schade en € 250,00 voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 10 onder feit 4.
De benadeelde partij [benadeelde 6] vordert een schadevergoeding van € 326,25 ter zake van materiële schade en € 250,00 ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 10 onder feit 4.
De benadeelde partij [benadeelde 7] vordert een schadevergoeding van € 250,00 ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 10 onder feit 4.
De benadeelde partij [benadeelde 8] vordert een schadevergoeding van € 1.303,25 ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 16 onder feit 4.
De benadeelde partij [benadeelde 9] vordert een schadevergoeding van € 852,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 28 onder feit 4.
De benadeelde partij [benadeelde 10] vordert een schadevergoeding van € 260,15 ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, in zaak 32 onder feit 4.
In bovengenoemde zaken is de rechtbank van oordeel dat de opgegeven schade telkens een rechtstreeks gevolg is van de bewezen verklaarde feiten en acht zij verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt en overigens onvoldoende door de verdediging weersproken, zodat de vorderingen zullen worden toegewezen.
Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop de feiten werden gepleegd.
Met betrekking tot de toegekende vorderingen benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
8. Het beslag
8.1. De verbeurdverklaring
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen betreft die tot het begaan van het tenlastegelegde en bewezenverklaarde zijn bestemd.
De rechtbank heeft bij deze beslissingen rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
9. De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 36f, 57, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
10. De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde onder zaaksdossier 8 onder feit 1;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
ten aanzien van feit 1, zaaksdossier 1:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 1, zaaksdossiers 22 en 30 en feit 2, zaaksdossiers 9, 23 en 27:
telkens diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
ten aanzien van feit 1, zaaksdossier 34:
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
ten aanzien van feit 2, zaaksdossier 18:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
ten aanzien van feit 3, zaaksdossier 24:
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel;
ten aanzien van feit 4, zaaksdossiers 6, 7, 12, 13, 25, 26, 29 en 31:
telkens diefstal;
ten aanzien van feit 4, zaaksdossiers 10, 11, 16, 28, 32, 33, 35 en 37:
telkens diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 (vier) jaar, waarvan 1 (één) jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
omdat verdachte tijdens de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
- zich tijdens de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland;
- een meldingsgebod. Verdachte moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet verdachte zich binnen 3 dagen volgend op zijn expiratiedatum melden bij de reclassering van Centrum Maliebaan, Tolsteegsingel 2a te Utrecht. Hierna moet hij zich gedurende door Centrum Maliebaan bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de voornoemde instelling gedurende deze periode dit nodig acht.
- deelname aan een gedragsinterventie. De verdachte moet deelnemen aan de volgende gedragsinterventies:
• Cognitieve vaardigheidstraining+ (CoVa+)
• Leefstijltraining;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarde;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
Zaaksdossier 1
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 1] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;
Zaaksdossier 30
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 522,81 ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 5 oktober 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 2], € 522,81 en vermeerderd met de wettelijke rente, te betalen, bij niet betaling te vervangen door 10 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Zaaksdossier 18
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partijen [benadeelde 3] en [benadeelde 11] van € 980,00, ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 4 september 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partijen tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de slachtoffers
[benadeelde 3] en [benadeelde 11] € 980,00 en vermeerderd met de wettelijke rente, te betalen, bij niet betaling te vervangen door 19 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Zaaksdossier 6
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 4] van € 400,00, ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf
27 juli 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 4] € 400,00 te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente, bij niet betaling te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Zaaksdossier 10
de benadeelde partij [benadeelde 5]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 5] van
€ 1.282,30 ter zake materiële van schade en € 250,00 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 2 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 5] € 1.532,30 en vermeerderd met de wettelijke rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 25 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
de benadeelde partij [benadeelde 6]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 6] van € 326,25 ter zake van materiële schade en € 250,00 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 2 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 6] € 576,25 en vermeerderd met wettelijke rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 11 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
de benadeelde partij [benadeelde 7]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 7] van € 250,00 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf
2 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 7] € 250,00 en vermeerderd met wettelijke rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Zaaksdossier 16
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 8] van € 1.303,25 ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf
31 augustus 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 8] € 1.303,25 en vermeerderd met wettelijke rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 23 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Zaaksdossier 28
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 9] van € 852,00 ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf
29 september 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 9] € 852,00 en vermeerderd met wettelijke rente te betalen, bij niet betaling te vervangen door 17 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Zaaksdossier 32
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 10] van
€ 260,15 ter zake van materiële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 8 oktober 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 10] € 260,15 en vermeerderd met wettelijke rente te betalen bij niet betaling te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Beslag
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten
1. een rode schroevendraaier (247749);
2. een stukje papier met een telefoonnummer (247756).
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Bender, voorzitter, mr. J.M. Bruins en
mr. R.G.A. Beaujean, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.A.B. Kleemans, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 juli 2011.
Mr. Beaujean is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.