ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2801
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Ebbens
- J.M. Bruins
- A. Wassing
- Rechtspraak.nl
Bedreiging met een mes in Utrecht
Op 17 mei 2011 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met een mes. De verdachte heeft bekend dat hij de benadeelde op de betreffende dag heeft ontmoet en dat hij een keukenmes bij zich had. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden wat verder ten laste was gelegd, en sprak de verdachte vrij van de overige beschuldigingen. Het bewezenverklaarde feit houdt in dat de verdachte de benadeelde heeft bedreigd door het mes met de punt tegen haar borst te zetten. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, dat gevoelens van onveiligheid in de samenleving teweegbrengt, en nam de ernstige gevolgen voor de benadeelde in overweging, zoals angstgevoelens en psychische problemen die zij na de bedreiging ondervond.
De rechtbank oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk was, rekening houdend met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsincidenten, maar ook met zijn relatief jonge leeftijd. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die bestond uit zowel materiële als immateriële schade. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk, met de mogelijkheid om dit bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en de zaak werd behandeld in aanwezigheid van de officier van justitie en de verdediging.