ECLI:NL:RBUTR:2011:BR5543
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van de CAO door FNV Bondgenoten tegen Qbuzz
In deze zaak heeft FNV Bondgenoten een vordering ingesteld tegen Qbuzz, een busonderneming, met betrekking tot de naleving van de CAO Openbaar Vervoer. De vordering betreft de volledige doorbetaling van loon aan uitzendkrachten die op drie sneeuwdagen waren ingeroosterd, maar slechts gedeeltelijk waren betaald. FNV Bondgenoten stelt dat Qbuzz in strijd heeft gehandeld met artikel 12 lid 3 van de CAO, dat gelijke behandeling van eigen werknemers en uitzendkrachten vereist. Qbuzz heeft verweer gevoerd en betoogd dat FNV Bondgenoten niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, omdat zij niet kan onderbouwen dat zij een vorderingsrecht heeft op basis van artikel 3:305a BW.
De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat FNV Bondgenoten niet heeft aangetoond dat zij voldoet aan de criteria voor het instellen van een collectieve actie. De rechter oordeelt dat FNV Bondgenoten niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, omdat zij niet heeft onderbouwd dat haar statuten het instellen van deze rechtsvordering mogelijk maken. Daarnaast is er onvoldoende bewijs geleverd dat Qbuzz de uitzendkrachten minder heeft betaald dan de CAO voorschrijft. De kantonrechter heeft FNV Bondgenoten veroordeeld in de proceskosten van Qbuzz, die zijn begroot op € 400,- aan salaris voor de gemachtigde.
De uitspraak is gedaan door kantonrechter J.J.M. de Laat op 3 augustus 2011, waarbij de rechter in het openbaar heeft geoordeeld dat de vordering van FNV Bondgenoten niet kan worden toegewezen en dat zij de proceskosten moet vergoeden.