Sector handel en kanton
Handelskamer
zaaknummer / rolnummer: 296764 / HA ZA 10-2455
Vonnis van 21 september 2011
de rechtspersoon naar Zwitsers recht
COOP GENOSSENSCHAFT,
tevens handelend onder de naam “Chocolats Halba”
gevestigd te Basel, Zwitserland
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J. van der Steenhoven te Amsterdam,
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. P.C. Veerman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Coop Genossenschaft en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 februari 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 10 mei 2011
- de conclusie van antwoord in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
in conventie en in reconventie
2.1. KCA Foods B.V. (hierna “KCA”) hield zich bezig met de (groot)handel in chocoladerepen van het merk “Swiss”. [gedaagde] is vanaf de datum van oprichting van KCA enig bestuurder en (indirect) enig aandeelhouder van KCA.
2.2. Aanvankelijk kocht KCA de chocoladerepen in bij de Zwitserse vennootschap Chocolat Frey. Vanaf eind 2008/begin 2009 kocht KCA de chocoladerepen uitsluitend nog in bij de handelsdivisie van Coop Genossenschaft, Chocolats Halba. Dit gebeurde op grond van een op 27 oktober 2008 tussen KCA en Coop Genossenschaft gesloten overeenkomst.
2.3. Coop Genossenschaft rekende 15% hogere inkoopprijzen voor de chocoladerepen dan Chocolat Frey. KCA was niet in staat deze prijzen volledig door te berekenen aan haar (grootste) afnemers, waaronder supermarkten als Albert Heijn.
2.4. Begin 2009 ontstonden er betalingsachterstanden van KCA bij Coop Genossenschaft. Ondanks een verlenging van de betalingstermijn van 75 naar 120 dagen vanaf april 2009, liepen de betalingsachterstanden op.
2.5. Op 1 juli 2009 schrijft [gedaagde] namens KCA onder meer het volgende aan Coop Genossenschaft, althans Chocolats Halba:
“(…) AH refused to pay a 15% price increase on the current noir assortment. Both KCA & Halba have zero margin. This process started in September 2008 (…). The zero margin problem stays in 2010 for noir assortment.(…)”
2.6. Bij e-mail van 28 juli 2009 schrijft [gedaagde] namens KCA onder meer het volgende aan Coop Genossenschaft, althans Chocolats Halba:
“(…) 2009 jan – july 2009 KCA is performing sales ca. 1.260 k index 122, in profit ca zero due to the fact that the trade is unwilling to pay the price increase. (…)”
2.7. De betalingsachterstanden van KCA bij Coop Genossenschaft bedroegen in september 2009 circa EUR 800.000,--. Daarnaast stond nog een zestal facturen als lening bij Coop Genossenschaft geboekt voor een totaalbedrag van circa EUR 300.000,--.
2.8. Bij brief van 9 september 2009 schrijft [gedaagde] namens KCA onder meer het volgende aan Coop Genossenschaft, althans Chocolats Halba:
“Attached you will find a suggested payment scheme and a liquidity report. Together they show that the debt of KCA Foods B.V. will be reduced thoroughly the coming months until January 2010. (…) As a further surety for the outstanding amounts, KCA Foods B.V. offers to grant Coop/Chocolats Halba a (second) right of pledge on all amounts receivable by KCA Foods B.V. from its clients in the Netherlands. After October 2009, it is not to be expected that the debit position of KCA Foods B.V. at Rabobank will be more than € 85,000.00. On average, the total amount of outstanding amounts receivable of KCA Foods B.V. will be
€ 450,000.00, thus leaving quite some surety for Chocolats Halba for their amounts receivable. (…)”
Na deze brief heeft KCA nog voor een bedrag van ruim EUR 400.000,-- aan chocoladerepen bij Coop Genossenschaft besteld.
2.9. Bij brief van 18 september 2009 schrijft Coop Genossenschaft (Chocolats Halba) aan KCA onder meer dat een voortzetting van het contract met KCA alleen aan de orde is indien, onder andere, definitief komt vast te staan op welke manier KCA in staat zal zijn alle uitstaande vorderingen te betalen dan wel hoe de te verstrekken zekerheid via verpanding van haar vorderingen op derden er precies uit zal zien. Verder schrijft zij onder meer het volgende:
“Da eine längere Zahlungsfrist das Kreditrisiko der Chocolats Halba inskünftig noch mehr erhöhen würde, kann eine solche – insbesondere vor dem Hintergrund der ungenügenden Bonität der KCA nur als kurzfristige Überbrückung, nicht aber als langfristige Massnahme zur Sanierung der KCA dienen (…)”
In deze brief doet Coop Genossenschaft verder een voorstel voor een betalingsregeling ter aflossing van de achterstallige EUR 800.000,--.
2.10. Bij brief van 28 september 2009 laat KCA onder meer aan Coop Genossenschaft weten dat zij niet met zekerheid kan zeggen dat zij in staat zal zijn om de door Coop Genossenschaft voorgestelde betalingsregeling na te komen. KCA verwijst naar haar eigen voorstel voor een betalingsregeling als opgenomen in haar brief aan Coop Genossenschaft van 9 september 2009.
2.11. In 2009 heeft KCA voor een totaalbedrag van EUR 1.847.978,90 aan chocoladerepen bij Coop Genossenschaft ingekocht en heeft hiermee een omzet gegenereerd van EUR 2.164.435,--. Het verlies van KCA in 2009 bedroeg EUR 753.864,--.
2.12. Op 11 mei 2010 is KCA op verzoek van Coop Genossenschaft door de rechtbank Amsterdam in staat van faillissement verklaard. De betalingsachterstand van KCA bij Coop Genossenschaft bedroeg op dat moment een bedrag van ruim EUR 1,1 miljoen.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Coop Genossenschaft vordert in deze procedure om, samengevat, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Coop Genossenschaft van een bedrag van EUR 1.113.021,13, vermeerderd met wettelijke rente daarover vanaf 26 februari 2010 en EUR 6.545,-- aan buitengerechtelijke (incasso)kosten, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, de beslagkosten daaronder begrepen.
3.2. Coop Genossenschaft legt aan haar vordering tot betaling van de hoofdsom, samengevat, het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft als bestuurder van KCA onrechtmatig gehandeld jegens Coop Genossenschaft door (onder meer) verplichtingen jegens Coop Genossenschaft aan te gaan terwijl hij wist, althans redelijkerwijs behoorde te begrijpen, dat KCA deze niet of niet binnen een redelijke termijn zou kunnen nakomen en geen verhaal zou bieden voor de schade die Coop Genossenschaft ten gevolge daarvan zou lijden. Verder heeft [gedaagde] Coop Genossenschaft een onjuiste voorstelling van zaken omtrent haar financiële (verhaals)positie gegeven, door betalingsregelingen of zekerheid aan te bieden terwijl het hem duidelijk behoorde te zijn dat KCA dit niet kon nakomen. Ten slotte is sprake van betalingsonwil omdat [gedaagde] bewust de betalingsachterstand van KCA heeft laten oplopen. Door voornoemd onrechtmatig handelen is [gedaagde] persoonlijk aansprakelijk voor de schade die Coop Genossenschaft dientengevolge lijdt. De schade bedraagt in hoofdsom EUR 1.113.021,13, zijnde het restantbedrag van de door KCA onbetaald gebleven facturen.
3.3. [gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van Coop Genossenschaft, met veroordeling van Coop Genossenschaft in de proceskosten, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
3.4. [gedaagde] vordert in deze procedure om, samengevat, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, het door Coop Genossenschaft op 22 oktober 2010 gelegde conservatoire beslag op het woonhuis van [gedaagde] te [woonplaats] op te heffen, met veroordeling van Coop Genossenschaft in (i) de kosten van de deurwaarder en Kadaster die de opheffing met zich brengt en (ii) de proceskosten.
3.5. [gedaagde] legt aan zijn vorderingen, samengevat, het volgende ten grondslag. Omdat er geen deugdelijke grond bestaat voor de door Coop Genossenschaft gestelde aansprakelijkheid van [gedaagde] voor de schuld van KCA jegens Coop Genossenschaft, dient het ten laste van [gedaagde] gelegde conservatoire beslag op diens woonhuis geen rechtens te rechtvaardigen doel en is dit beslag onrechtmatig.
3.6. Coop Genossenschaft voert verweer voor zover haar vordering in conventie wordt toegewezen. In geval van afwijzing van haar vordering in conventie, refereert Coop Genossenschaft zich aan het oordeel van de rechtbank. Coop Genossenschaft verweert zich tegen een separate kostenveroordeling.
in conventie en in reconventie
3.7. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. De vraag die ter beoordeling voorligt, is of [gedaagde] als bestuurder van KCA persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die Coop Genossenschaft lijdt als gevolg van het feit dat KCA de door Coop Genossenschaft geleverde zaken onbetaald heeft gelaten.
4.2. Coop Genossenschaft stelt zich op het standpunt dat die vraag bevestigend moet worden beantwoord. Daartoe voert zij aan dat [gedaagde] onrechtmatig jegens Coop Genossenschaft heeft gehandeld, onder meer door namens KCA bestellingen bij Coop Genossenschaft te (blijven) doen terwijl hij wist, althans redelijkerwijs behoorde te begrijpen, dat KCA deze niet of niet binnen een redelijke termijn zou kunnen betalen en daarvoor ook geen verhaal zou bieden. Ter onderbouwing daarvan wijst Coop Genossenschaft op de in 2009 oplopende betalingsachterstanden alsmede op de cijfers van KCA over 2009, waaruit naast een kleine marge (van EUR 316.475,--) tussen de inkoopkosten en omzet, een verlies blijkt van EUR 753.864,--. Gelet op het feit dat KCA naast inkoopkosten bij Coop Genossenschaft ook nog andere kosten moet hebben gehad, had [gedaagde] zich in september 2009 moeten realiseren dat KCA een aanzienlijk verlies zou lijden en niet in staat zou zijn om haar verplichtingen jegens Coop Genossenschaft na te komen. Het desalniettemin doorgaan met het plaatsen van bestellingen bij Coop Genossenschaft en het voorts bij brief van 9 september 2009 Coop Genossenschaft ten onrechte doen voorkomen dat KCA hiervoor voldoende verhaal zou bieden, is onrechtmatig.
4.3. [gedaagde] betwist de door Coop Genossenschaft gestelde betalingsachterstanden van KCA niet. Hij erkent zelfs uitdrukkelijk dat KCA in een zorgelijke financiële situatie verkeerde en niet in staat was om al haar opeisbare betalingsverplichtingen jegens Coop Genossenschaft te voldoen. Dit was volgens [gedaagde] (vooral) te wijten aan het feit dat KCA er niet in slaagde de 15% hogere inkoopprijzen van Coop Genossenschaft geheel, althans met een gezonde winstmarge voor KCA aan haar grootste afnemers door te berekenen. Evenmin, althans niet voldoende gemotiveerd, betwist [gedaagde] dat KCA onvoldoende verhaal voor alle uitstaande vorderingen van Coop Genossenschaft bood. Desondanks stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat het onder deze omstandigheden blijven plaatsen van bestellingen niet als onrechtmatig jegens Coop Genossenschaft kan worden beschouwd. Volgens hem was Coop Genossenschaft immers zelf volledig op de hoogte van de zorgelijke financiële situatie van KCA maar heeft zij er om haar moverende redenen willens en wetens voor gekozen om door te gaan met het op bestelling leveren van chocolade.
4.4. Dit verweer slaagt. Aangenomen mag worden dat Coop Genossenschaft al vroeg in 2009 wist dat KCA betalingsproblemen had. Coop Genossenschaft ondervond daar als grootste leverancier en crediteur van KCA immers direct de gevolgen van. Zo ontstonden er al kort na het begin van hun handelsrelatie betalingsachterstanden die, ondanks een verlenging van de betalingstermijn van 75 naar 120 dagen vanaf april 2009, steeds verder opliepen. Verder blijkt uit de door [gedaagde] overgelegde correspondentie, dat Coop Genossenschaft in ieder geval in juli 2009 reeds op de hoogte was van het feit dat KCA maar een kleine marge behaalde op de verkoop van chocolade omdat haar grootste afnemers niet bereid waren de 15% hogere inkoopprijzen van Coop Genossenschaft voor hun rekening te nemen. Uit een rapport van Coop Genossenschaft van 27 augustus 2009 blijkt bovendien dat Coop Genossenschaft er zelf niet veel vertrouwen in had dat deze afnemers daar in 2010 wel toe bereid zouden zijn. Toen bovendien de betalingsachterstanden in september 2009 inmiddels waren opgelopen tot circa EUR 800.000,--, daarnaast nog een zestal facturen openstond van circa EUR 300.000,--, Coop Genossenschaft uit de aan haar gerichte brief van KCA van 9 september 2009 kon afleiden dat KCA niet voldoende zekerheid kon bieden om deze bedragen volledig te kunnen dekken, [gedaagde] zelf niet bereid bleek persoonlijke zekerheid te verstrekken en Coop Genossenschaft in die periode bovendien bekend werd met de liquiditeitscijfers van KCA en de omvang van de schuld van KCA aan Chocolat Frey van circa EUR 1 miljoen, had Coop Genossenschaft redelijkerwijs kunnen begrijpen dat het nadien doorgaan met leveren van chocolade aan KCA een aanzienlijk risico van niet-betaling inhield.
4.5. Dat Coop Genossenschaft zich dat ook realiseerde, blijkt wel uit het feit dat haar eigen juridische adviseur in een gesprek met KCA in september 2009 had aangegeven een voortzetting van de leveringen onverantwoord te vinden. Deze wetenschap bij Coop Genossenschaft vindt ook steun in haar brief van 18 september 2009 aan KCA. Daarin worden de zwakke financiële positie van KCA en het kredietrisico van Coop Genossenschaft ook met zoveel woorden genoemd en lijkt Coop Genossenschaft een voortzetting van haar handelsrelatie met KCA afhankelijk te willen stellen van het verkrijgen van zekerheid en het treffen van een betalingsregeling ter vermindering van het bij haar uitstaande saldo. [gedaagde] heeft Coop Genossenschaft bij brief van 28 september 2009 echter laten weten dat KCA de betalingsachterstand niet in het door Coop Genossenschaft gewenste tempo, althans niet met de door haar voorgestelde bedragen kon aflossen. Weliswaar heeft KCA in september 2009 zelf een andere betalingsregeling voorgesteld, maar niet gesteld of gebleken is of en hoe KCA daaraan gevolg heeft gegeven. Verder werd de verzochte zekerheid eerst begin 2010 gevestigd. Door desondanks in september 2009 door te gaan met het op bestelling leveren van chocolade aan KCA, heeft Coop Genossenschaft naar het oordeel van de rechtbank bewust het risico aanvaard dat haar daaruit voortvloeiende vorderingen oninbaar zouden blijken te zijn en kan [gedaagde] geen verwijt van het door Coop Genossenschaft gestelde onrechtmatig handelen worden gemaakt.
4.6. Het voorgaande wordt niet anders ten aanzien van onbetaald gebleven bestellingen die [gedaagde] voor september 2009 bij Coop Genossenschaft heeft geplaatst. Ook toen was Coop Genossenschaft immers bekend met de betalingsproblemen en -achterstanden van KCA. Verder geldt dat wanneer Coop Genossenschaft onder de hiervoor onder 4.4. en 4.5. genoemde omstandigheden bereid is gebleken om haar leveringen te continueren, redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij daartoe ook op een eerder moment, waarop de betalingsachterstanden en daarmee haar kredietrisico kleiner waren, bereid zou zijn geweest. Dit geldt temeer nu Coop Genossenschaft haar leveranties aan KCA zelfs nog enkele maanden heeft voortgezet toen zij er – volgens haar eigen stelling – in december 2009 mee bekend werd dat de onderneming van KCA niet levensvatbaar was en ook nooit is geweest.
4.7. De overige door Coop Genossenschaft aangevoerde stellingen kunnen niet tot een ander oordeel leiden. Uit het hiervoor overwogene volgt reeds dat van de door Coop Genossenschaft gestelde onjuiste voorstelling zaken omtrent haar verhaalspositie of betalingsonwil aan de zijde van [gedaagde] geen sprake is geweest. Coop Genossenschaft heeft geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit iets anders blijkt.
4.8. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat aan de vordering van Coop Genossenschaft een grondslag ontbreekt. Deze wordt derhalve afgewezen. Daardoor zullen ook de nevenvorderingen van Coop Genossenschaft met betrekking tot de buitengerechtelijke (incasso)kosten en de proceskosten (inclusief beslagkosten) worden afgewezen. Coop Genossenschaft zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- vast recht 1.395,00
- salaris advocaat 6.422,00 (2,0 punten × tarief EUR 3.211,00)
Totaal EUR 7.817,00
4.9. Nu de vordering in conventie wordt afgewezen, ontbeert het door Coop Genossenschaft gelegde beslag een geldige rechtsgrond en is onrechtmatig. Daarmee ligt de gevorderde opheffing van het beslag voor toewijzing gereed. Coop Genossenschaft zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Nu de reconventionele vordering verweven is met de vordering in conventie, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten in reconventie te matigen. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden daarmee begroot op EUR 3.211,-- aan salaris advocaat. Gelet op de onrechtmatigheid van het gelegde beslag bestaat eveneens grond voor toewijzing van de, in verband met de opheffing van het beslag, te zijner tijd door [gedaagde] in redelijkheid gemaakte kosten van de deurwaarder en het Kadaster.
5. De beslissing
De rechtbank
a. wijst de vorderingen af,
b. veroordeelt Coop Genossenschaft tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op EUR 7.817,00 waaronder EUR 6.422,00 aan salaris advocaat,
c. verklaart dit vonnis wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
a. heft op het ten laste van [gedaagde] op 22 oktober 2010 gelegde conservatoire beslag op diens woonhuis aan de [adres] te [woonplaats], kadastraal bekend gemeente [woonplaats], [nummer],
b. veroordeelt Coop Genossenschaft tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op EUR 3.211,00 aan salaris advocaat,
c. veroordeelt Coop Genossenschaft tot betaling van de door [gedaagde] in redelijkheid gemaakte kosten van de deurwaarder en het Kadaster in verband met de opheffing van het beslag,
d. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
e. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Steenbergen en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2011.?