ECLI:NL:RBUTR:2011:BT9008
Rechtbank Utrecht
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift tegen invordering en inhouding rijbewijs wegens snelheidsovertreding
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 10 oktober 2011 uitspraak gedaan in een klaagschrift van klager tegen de invordering en inhouding van zijn rijbewijs. Klager was beschuldigd van het overtreden van de maximumsnelheid met 69 kilometer per uur op 13 september 2011 te Lelystad. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een proces-verbaal was opgemaakt en dat de officier van justitie op 21 september 2011 had besloten het rijbewijs van klager voor de duur van twee maanden in te houden. Klager had eerder een transactie aangeboden gekregen voor een andere overtreding, maar was verder niet eerder in aanraking geweest met justitie.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen en geconcludeerd dat de invordering van het rijbewijs op goede gronden was gebeurd, aangezien klager de maximumsnelheid met 50 kilometer per uur of meer had overschreden. De rechtbank heeft echter ook rekening gehouden met het feit dat klager voor zijn werk afhankelijk was van zijn rijbewijs en dat hij niet recentelijk was veroordeeld voor een overtreding van de Wegenverkeerswet. Daarom heeft de rechtbank besloten dat de inhouding van het rijbewijs niet langer dan één maand mocht duren.
De rechtbank heeft het klaagschrift gegrond verklaard en gelast dat het rijbewijs aan klager wordt teruggegeven, met ingang van het moment waarop het rijbewijs één maand was ingevorderd. Deze beslissing is genomen door mr. R.P. den Otter, rechter, in aanwezigheid van mr. G.C. van de Ven-de Vries, griffier, en is uitgesproken in openbare raadkamer.