ECLI:NL:RBUTR:2011:BT9012
Rechtbank Utrecht
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift tegen invordering en inhouding rijbewijs wegens snelheidsovertreding
Op 10 oktober 2011 heeft de Rechtbank Utrecht in een openbare raadkamer het klaagschrift van klager behandeld, die zich verzet tegen de invordering en inhouding van zijn rijbewijs. Klager, geboren in 1982 en wonende te [woonplaats], was op 13 september 2011 betrapt op het overtreden van de maximumsnelheid met 58 kilometer per uur in Baambrugge. De officier van justitie had op 17 september 2011 besloten om het rijbewijs van klager voor de duur van zes maanden in te houden, gezien zijn eerdere snelheidsovertredingen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder het proces-verbaal van de snelheidsovertreding, het rijbewijs van klager en het uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister.
De rechtbank oordeelde dat de invordering van het rijbewijs op goede gronden was geschied, aangezien klager de maximumsnelheid met meer dan 50 kilometer per uur had overschreden. De rechtbank erkende echter ook dat, mocht klager veroordeeld worden, het onwaarschijnlijk was dat er een langere onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid zou worden opgelegd dan twee maanden, mede gezien klagers lichamelijke beperkingen en de noodzaak van zijn rijbewijs voor het voorzien in zijn levensbehoeften.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van het rijbewijs aan klager, met ingang van het moment waarop het rijbewijs twee maanden was ingevorderd, tenzij er in de strafzaak met het bijbehorende parketnummer al een beslissing over het rijbewijs was genomen. Deze beslissing werd genomen door mr. R.P. den Otter, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. G.C. van de Ven-de Vries.