ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3778
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitvoerbaarverklaring van een Frans vonnis in Nederland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap ROUCAR GEAR TECHNOLOGIES B.V. verzet aangetekend tegen de beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Utrecht van 11 augustus 2010, die de uitvoerbaarverklaring in Nederland van een in Frankrijk op 27 november 2009 genomen rechterlijke beslissing (het Franse vonnis) heeft goedgekeurd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet moet worden beschouwd als een verzet in de zin van artikel 43 van de EEX-Vo, en dat de verzoekschriftprocedure de geëigende procedure is voor het indienen van verzet tegen een uitvoerbaarverklaring.
De rechtbank heeft de dagvaarding van Roucar c.s. aangemerkt als een verzoekschrift tot intrekking van de uitvoerbaarverklaring van het Franse vonnis. Roucar c.s. heeft aangevoerd dat het Franse vonnis niet uitvoerbaar verklaard had mogen worden, omdat niet aan de formaliteiten van artikel 41 jo artikel 53 EEX-Vo was voldaan en dat de tenuitvoerlegging van het Franse vonnis onverenigbaar zou zijn met een eerder vonnis van de rechtbank Utrecht van 30 juni 2010 in de hoofdzaak.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep van Roucar c.s. op artikel 34 sub 3 EEX-Vo faalt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslissing van de rechtbank Utrecht in de hoofdzaak enkel een bevoegdheidskwestie betreft en geen onverenigbaarheid in de zin van artikel 34 sub 3 EEX-Vo met het Franse vonnis oplevert. De rechtbank heeft het verzoek tot intrekking van de uitvoerbaarverklaring van het Franse vonnis afgewezen en Roucar c.s. veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 904,00, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van de beschikking.