ECLI:NL:RBUTR:2011:BU6187
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek dwangakkoord in faillissementsrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 november 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot het vaststellen van een dwangakkoord, ingediend door [verzoekster] in het kader van de schuldsaneringsregeling. [verzoekster] had een minnelijk akkoord aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij voorstelde om alle inkomsten boven een vrij te laten bedrag maandelijks te reserveren en jaarlijks aan haar schuldeisers uit te betalen. Dit akkoord werd door alle schuldeisers, met uitzondering van de Hollandsche Disconto Voorschotbank (HDV), aanvaard. HDV voerde echter verweer tegen het akkoord, stellende dat [verzoekster] niet te goeder trouw was geweest in het aangaan van haar schulden en dat zij in staat was om haar schuld aan HDV volledig af te betalen binnen een werkbare periode van 27 jaar. HDV stelde dat de afwijzing van het akkoord hen in staat zou stellen een groter gedeelte van hun vordering te incasseren.
De rechtbank heeft het verzoek van [verzoekster] tot het vaststellen van het dwangakkoord afgewezen. De rechtbank oordeelde dat HDV in redelijkheid tot de weigering van het akkoord kon komen, gezien de belangenafweging tussen de schuldeiser en de verzoekster. De rechtbank achtte de kans klein dat [verzoekster] zou worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, mede omdat zij de voorwaarden waaronder zij de lening bij HDV had afgesloten had geschonden. De rechtbank concludeerde dat de belangen van HDV en de overige schuldeisers zwaarder wogen dan de belangen van [verzoekster] om tot een minnelijke schuldregeling te komen. Het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zou bij afzonderlijk vonnis worden beslist.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor schuldenaren om te voldoen aan de voorwaarden van hun leningen en de gevolgen van het niet-naleven daarvan. De rechtbank heeft de belangen van de schuldeisers vooropgesteld, wat in lijn is met de principes van het faillissementsrecht.