ECLI:NL:RBUTR:2011:BU8604
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. den Otter
- J.M. Bruins
- M.S. Koppert
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van valsheid in geschrift met betrekking tot een overeenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 19 december 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van valsheid in geschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten een overeenkomst heeft ondertekend die niet naar waarheid was opgesteld. De overeenkomst, gedateerd op 27 mei 2009, betrof de overdracht van de directie en administratie van een bedrijf aan de verdachte en een medeverdachte. De rechtbank concludeert dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld door de overeenkomst te ondertekenen zonder deze goed te lezen, waardoor hij de aanmerkelijke kans aanvaardde dat de inhoud niet klopte. De rechtbank acht niet bewezen wat verder ten laste was gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank legt een werkstraf van 60 uur op, met de waarschuwing dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 30 dagen kan worden toegepast. De rechtbank houdt rekening met het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat hij een eigen onderneming heeft gestart. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.