ECLI:NL:RBUTR:2011:BU8608
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.P. den Otter
- J.M. Bruins
- M.S. Koppert
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in belastingfraudezaak tegen [bedrijf 1]
In de strafzaak tegen [verdachte], geboren op [1981] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], heeft de Rechtbank Utrecht op 19 december 2011 uitspraak gedaan. De zaak betreft de verdenking dat verdachte opdracht heeft gegeven tot of feitelijke leiding heeft gegeven aan het opzettelijk niet doen van aangiften omzetbelasting door [bedrijf 1] over de periodes augustus 2009 tot en met april 2010. De rechtbank heeft vastgesteld dat [bedrijf 1] in deze periodes geen aangiften heeft ingediend, terwijl er wel omzet werd gegenereerd. De rechtbank oordeelt dat verdachte op basis van de feitelijke gang van zaken niet kan worden aangemerkt als opdrachtgever of feitelijk leidinggevende. Dit leidt tot vrijspraak van feit 1.
Daarnaast is verdachte ook vrijgesproken van feit 2, dat betrekking had op de vraag of een aangifteformulier daadwerkelijk was ingediend. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat het aangifteformulier, dat op naam van [bedrijf 1] was aangetroffen, daadwerkelijk bij de Belastingdienst is ingediend. De rechtbank wijst erop dat het formulier niet door de Belastingdienst is ontvangen en dat er geen bewijs is dat het formulier is ingediend. De rechtbank merkt op dat de overige verweren van de verdediging geen verdere bespreking behoeven, gezien de vrijspraak van beide feiten.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. R.P. den Otter als voorzitter, mr. J.M. Bruins en mr. M.S. Koppert, in tegenwoordigheid van mr. R. Willemsen als griffier. De zitting vond plaats op 19 december 2011, na eerdere behandelingen op 14, 15, 16 en 21 november 2011. Verdachte was niet aanwezig, maar zijn raadsman mr. I. Leenders was wel aanwezig. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten op 5 december 2011.