ECLI:NL:RBUTR:2011:BU8942
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis na diefstal en mishandeling
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 30 september 2011, is de verdachte, geboren in 1963 en thans gedetineerd in een psychiatrisch centrum, beschuldigd van diefstal en mishandeling op 7 april 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een auto heeft gestolen en daarbij geweld heeft gepleegd tegen een slachtoffer. Ondanks dat de verdachte weigerde mee te werken aan psychologisch onderzoek, heeft de rechtbank de conclusies van de psychiater overgenomen. De psychiater concludeerde dat de verdachte ten tijde van de feiten ontoerekeningsvatbaar was, wat leidde tot de beslissing om de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan.
De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen. De verdachte heeft onder invloed van een geestesziekte een jeugdige mishandeld en een vrouw onder bedreiging van geweld van haar auto beroofd. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de daden niet aan de verdachte kunnen worden toegerekend, de samenleving beschermd moet worden tegen hem. Daarom is besloten tot plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar, zodat hij de noodzakelijke behandeling kan krijgen.
De beslissing is gebaseerd op de artikelen 37, 39, 300, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten, maar heeft de bewezenverklaring van de diefstal en mishandeling gehandhaafd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.