ECLI:NL:RBUTR:2011:BU9758
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- J.R. Krol
- M.H.L. Schoenmakers
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak bijstandsfraude met voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 21 december 2011, stond de verdachte terecht voor bijstandsfraude. De verdachte had in de periode van 1 januari 2002 tot en met 27 april 2010 opzettelijk voordeel getrokken uit de bijstandsuitkering van zijn partner, met wie hij een gezamenlijke huishouding voerde. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen was wat meer of anders was ten laste gelegd, en sprak de verdachte vrij voor de periode van 1 januari 2002 tot 1 juli 2004. De rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte van 1 juli 2004 tot 27 april 2010 opzettelijk voordeel had getrokken uit door misdrijf verkregen geld. De rechtbank overwoog dat de verdachte zich gedurende een lange periode schuldig had gemaakt aan het profiteren van de bijstandsuitkering van zijn partner, en dat dit misbruik van het sociale stelsel ondermijnend werkt. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 7 maanden geëist, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor een geheel voorwaardelijke straf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verantwoordelijkheden en medische problemen. Uiteindelijk besloot de rechtbank tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar, waarbij de rechtbank rekening hield met de bijzondere omstandigheden van de verdachte.