ECLI:NL:RBUTR:2012:7104

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
3 oktober 2012
Publicatiedatum
30 oktober 2013
Zaaknummer
16/655929-12 [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van autosleutels en een auto met valse sleutels

Op 3 oktober 2012 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 29 november 2011 in Woerden autosleutels en een Chevrolet Aveo heeft gestolen. De verdachte heeft de sleutels onder zijn bereik gebracht door middel van valse sleutels. Tijdens de zitting op 19 september 2012 zijn de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie beschouwde de feiten als wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging geen vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren om de vervolging te schorsen.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal, waarbij hij de sleutels heeft weggenomen uit een kantoor van een garagebedrijf en vervolgens de auto heeft gestolen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals het strafblad van de verdachte, die eerder voor vergelijkbare vermogensdelicten was veroordeeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat een gevangenisstraf van 5 maanden passend is, gezien de schade die de verdachte heeft veroorzaakt aan het autobedrijf.

Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, Garage [benadeelde 1] BV, in het gelijk gesteld en de verdachte veroordeeld tot betaling van € 12.000,- ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard, zodat de benadeelde partij deze bij de burgerlijke rechter kan indienen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/655929-12 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 3 oktober 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1963] te [geboorteplaats]
gedetineerd in Huis van Bewaring Wolvenplein te Utrecht
raadsman mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 19 september 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
(feit 1: ) op 29 november 2011 te Woerden autosleutels heeft gestolen; en
(feit 2:) op 29 november 2011 te Woerden een auto, Chevrolet Aveao, heeft gestolen met die sleutels.

3.De voorvragen

De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig, de rechtbank bevoegd, de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en er geen reden is voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op – onder meer – de aangifte, de bekennende verklaring van verdachte en getuigenverklaringen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Aangezien verdachte de ten laste gelegde feiten heeft bekend en de verdediging niet tot vrijspraak heeft gepleit, zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit bewezen gelet op:
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 september 2012;
- het proces-verbaal van [verbalisant] d.d. 30 november 2011 inhoudende de aangifte van [aangever] (pag. 10-12 van het proces-verbaal dossiernummer PL0971 2012131854, van politie regio Utrecht, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 1 tot en met 74).
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit bewezen gelet op:
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 september 2012;
- het proces-verbaal van [verbalisant] d.d. 30 november 2011 inhoudende de aangifte van [aangever] (pag. 15-18 van het proces-verbaal dossiernummer PL0971 2012131854, van politie regio Utrecht, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 1 tot en met 74).
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 29 november 2011 te Woerden, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een kantoor van een garagebedrijf gevestigd aan [adres] heeft weggenomen sleutels, waaronder een autosleutel voorzien van een label "Demo" behorende bij een auto voorzien van het kenteken [kenteken] toebehorende aan [benadeelde 1];
2.
op 29 november 2011 te Woerden met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (merk Chevrolet, type Aveo, kleur blauw, kenteken [kenteken]), toebehorende aan [benadeelde 1] waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door een valse (immers een kort daarvoor gestolen) sleutel;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

5.1
De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Feit 1:
diefstal;
Feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
5.2
De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 6 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de oplegging van een lagere straf bepleit. De raadsman heeft daartoe verwezen naar de zogenoemde oriëntatiepunten voor straftoemeting. De raadsman heeft de rechtbank verzocht een gevangenisstraf op te leggen met een gelijke duur als het voorarrest met eventueel een werkstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Ten aanzien van de ernst van de feiten heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte bij een autodealer een (betrekkelijk) nieuwe auto weggenomen. Daartoe is hij het kantoor binnengelopen en heeft hij een sleutelbos weggenomen waaraan de autosleutel bevestigd zat van de auto die hij vervolgens heeft weggenomen. Verdachte heeft door zijn handelen het betreffende autobedrijf aanzienlijke schade berokkend.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met:
  • een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 7 augustus 2012, waaruit blijkt dat verdachte al vele malen is veroordeeld voor vermogensdelicten, waaronder op 5 december 2006 door Hof Amsterdam tot een gevangenisstraf van 1 jaar voor oplichtingen en diefstallen met valse sleutels en op 15 maart 2007 door Hof Arnhem tot een gevangenisstraf van 15 maanden voor verduisteringen en diefstallen met valse sleutels;
  • een de verdachte betreffende reclasseringsrapport d.d. 25 juli 2012. De reclassering schat het recidive-risico in als laag gemiddeld. Geadviseerd wordt geen reclasseringstoezicht op te leggen en aangegeven wordt dat verdachte in staat is een werkstraf uit te voeren.
Gelet op de waarde van de weggenomen auto en het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij al meermalen voor vergelijkbare vermogensdelicten is veroordeeld tot substantiële gevangenisstraffen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank een werkstraf evenmin aan de orde. Alles afwegend komt de rechtbank tot het oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden passend en geboden is.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij Garage [benadeelde 1] BV [benadeelde 1] vordert de vergoeding van materiële schade van in totaal €13.673,38 bestaande uit :
- gestolen goed Chevrolet Aveo € 13.439,06 (exc. BTW)
- gemist arbeidsloon (8 x uurloon € 29,29) € 234,32
De officier van justitie is van mening dat de gevorderde schadevergoeding geheel kan worden toegewezen.
De verdediging is van mening dat uit de vordering niet duidelijk wordt of de auto verzekerd was. Als de auto verzekerd is, is er immers geen schade. Omdat de vordering tot schadevergoeding niet eenvoudig van aard is, moet deze volgens de raadsman niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 12.000,-- een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 bewezen verklaarde feit. De rechtbank heeft geen aanknopingspunt voor de conclusie dat de gevorderde schade door een schadeverzekering is vergoed. De rechtbank stelt de materiële schade vast op een bedrag van € 12.000,-- en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. De toewijsbare schade is lager dan de schade die is gevorderd. De rechtbank acht daartoe van belang dat de weggenomen auto niet helemaal nieuw was en er al gedurende enige tijd mee was gereden. De rechtbank acht de schade tot een bedrag van € 12.000,- voldoende aannemelijk geworden en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
De beoordeling van de vraag of de overige gevorderde schade is geleden, levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Voor dat deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Tevens zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop het feit werd gepleegd.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Feit 1:
diefstal;
Feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 5 maanden.
-bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Garage [benadeelde 1] BV [benadeelde 1] van € 12.000,- ter zake van materiële schade, en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 29 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze vordering in zoverre kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van Garage [benadeelde 1] BV [benadeelde 1] te betalen € 12.000,-- vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 29 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 95 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip dat de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P., den Otter, voorzitter, mrs. J. Ebbens en Y.A.T. Kruijer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.T. de Muinck-Dezentje, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 oktober 2012.
Mr. A.T. de Muinck-Dezentje is verhinderd dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 29 november 2011 te Woerden, althans in het arrondissement
Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een kantoor van een garagebedrijf gevestigd aan [adres]) heeft weggenomen één of meer sleutel(s), waaronder een autosleutel (voorzien van een label "Demo" en of behorende bij een auto voorzien van het kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 29 november 2011 te Woerden, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen een auto (merk Chevrolet, type Aveo, kleur blauw, kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door een valse (immers [kort daarvoor] gestolen) sleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht