ECLI:NL:RBUTR:2012:BV1641

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
2 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-604535-05
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na poging tot doodslag

In de zaak met parketnummer 16/604535-05 heeft de rechtbank Utrecht op 2 januari 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die eerder was veroordeeld voor poging tot doodslag. De officier van justitie had op 15 november 2011 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld aan de hand van verschillende stukken, waaronder rapporten van de FPC Oostvaarderskliniek en eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof. De terbeschikkinggestelde heeft tijdens zijn verblijf in de kliniek vooruitgang geboekt, maar blijft kwetsbaar en heeft toezicht nodig. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde ziekte-inzicht heeft gekregen en zijn situatie heeft geaccepteerd. Hij is medicatietrouw en heeft deelgenomen aan verschillende therapieën. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, gezien het recidivegevaar en de noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding. De rechtbank heeft de wettelijke vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging als voldaan beschouwd en heeft besloten de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/604535-05
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 2 januari 2012
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [1979] te [geboorteplaats],
verblijvende op de Forensisch Psychiatrisch Afdeling van GGZ Noord-Holland Noord, locatie Heiloo
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
• de vordering van de officier van justitie d.d. 15 november 2011, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkinggestelde] met één jaar;
• het arrest van het gerechtshof Amsterdam, zittinghoudende te Arnhem d.d. 7 december 2006, waarbij [terbeschikkinggestelde] is veroordeeld voor poging tot doodslag en waarbij hij ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
• stukken waaruit blijkt dat de termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 22 december 2006 en dat [terbeschikkinggestelde] op 16 maart 2007 is opgenomen in FPC Oostvaarderskliniek, locatie Utrecht;
• de beslissing van de rechtbank Utrecht d.d. 27 december 2010, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van één jaar;
• het rapport van FPC Oostervaarderskliniek, d.d. 19 oktober 2011, opgemaakt door dhr. drs. H.J. van der Lugt, waarnemend hoofd van de inrichting, dhr. drs. F. Verbrugge, hoofd behandeling en mevr. drs. I.A.M. van Kesteren, psychiater, inhoudende het advies van de inrichting waar [terbeschikkinggestelde] wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar;
• de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [terbeschikkinggestelde], over de periode van het vierde kwartaal van 2010 tot en met het tweede kwartaal van 2011.
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 19 december 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. J.J. Weldam. Voorts is de deskundige de heer drs. F. Verbrugge, werkzaam bij de Oostvaarderskliniek, gehoord.
3 De standpunten van de deskundigen
3.1 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige
F. Verbrugge heeft het rapport en het advies van de inrichting toegelicht. Omtrent de terbeschikkinggestelde wordt het navolgende gesteld.
Kernproblematiek:
Bij [terbeschikkinggestelde] is primair sprake van schizofrenie van het paranoïde type. Naast deze psychotische stoornis, is hij in de kern een man bij wie er sprake is van sterke gevoelens van minderwaardigheid.
Betrokkene loopt rond zijn 20ste levensjaar vast met zijn opleiding en bij zijn werk. Daarnaast heeft hij geen vrienden meer en wordt hij in toenemende mate agressief en achterdochtig. Betrokkene is in een aanleg intelligente man die zich echter niet volledig heeft kunnen ontwikkelen en die door persoonlijkheidsfactoren in combinatie met een schizofreen beeld, gekomen is tot het indexdelict. Hoewel het delict volledig gezien moet worden in het kader van een psychotisch toestandsbeeld, hebben kenmerken van betrokkenes persoonlijkheid en culturele aspecten er mede toe geleid dat hij niet op een eerder tijdstip zelf heeft ingegrepen dan wel hulp heeft laten inschakelen.
Behandelverloop:
Qua behandeling richt men zich in Heiloo vooral op het behouden van de (psychiatrische) stabiliteit (draaglast/draagkracht/medicatie); het volhouden van een dagbesteding; het verder leren accepteren van zijn ziekte en het leren leven met de daaruit voortvloeiende beperkingen; eerder hulp vragen bij opkomende depressie of neerslachtigheid en het uitbreiden van het resocialisatietraject, waaronder het verloftraject.
Betrokkene heeft gedurende zijn verblijf in de Oostvaarderskliniek en FPA Heiloo ziekte-inzicht gekregen en zijn situatie geaccepteerd. Gedurende de behandeling worden de slechte episodes en psychoses minder. Hij is ingesteld op antipsychotica en is medicatietrouw. De negatieve symptomen van zijn ziekte uiten zich vooral in het ‘moeilijk op gang kunnen komen’ in de ochtend. Nu hij de Leponex ’s avonds inneemt en in de ochtend gaat sporten/bewegen gaat hij zich wel beter voelen. Hij is gestart met een bewegingsgerichte psychomotorische therapie en sport een paar keer per week. Tevens heeft hij deelgenomen aan verschillende Libermanmodules en werkt hij vier middagen op de montageafdeling van de sociale werkplaats op het terrein van de FPA.
Op 5 september 2011 is het proefverlof daadwerkelijk ingegaan. In het kader van proefverlof kan de resocialisatie worden uitgebreid. Betrokkene kan dan over naar de afdeling ‘Wonen’ van FPA Heiloo. Men verwacht dat deze overgang wel enige impact op zijn psychische functioneren zal hebben gezien de veranderingen en hij dan meer op zichzelf is aangewezen. Hij zal worden aangemeld voor de Libermantraining Vrijetijdsbesteding. Daarnaast wordt gestart met een dagcassette medicatie in eigen beheer en als dat goed loopt gaat men over op een weekcassette. Ook kan betrokkene vast oefenen met een eigen bankrekening, waarop het weekgeld wordt gestort. Wanneer hij deze doelen behaalt kan bij de volgende behandelbespreking een overgangsstraject naar de afdeling Wonen worden ingezet.
Recidivegevaar:
Het risico bij huidig hypothetisch ontslag is hoog. Een overplaatsing naar FPA Wonen brengt de kans op destabilisatie met zich mee, vandaar dat er enige twijfel is of betrokkene zich aan de voorwaarden kan houden. Voor na het ontslag is er nog geen huisvesting, inkomen of dagbesteding geregeld. Betrokkene beschikt niet over voldoende sociaal-maatschappelijke vaardigheden voor een zelfstandig leven. Voor een RIBW zijn de vaardigheden echter voldoende, indien daar voldoende steun en structuur aangebracht wordt. Indien betrokkene op dit moment met ontslag zou gaan, dan zou hij waarschijnlijk direct decompenseren door de grote verandering. Daarom moet de overgang naar Wonen langzaam opgebouwd worden.
Binnen het huidige kader wordt ook met proefverlof het delictgevaar als laag beschouwd zolang betrokkene aan de voorwaarden voor het vrijhedenbeleid blijft voldoen. Mocht betrokkene onverhoopt psychotisch decompenseren, dan kan hij, vanuit een negatieve preoccupatie tegenover vrouwen, letsel aanrichten.
Het vluchtgevaar wordt als laag ingeschat. Betrokkene heeft zich bij het opbouwen van het verloftraject altijd goed aan de afspraken en voorwaarden kunnen houden.
Advies:
Bij goed verloop van de behandeling en in samenspraak met de reclassering, zal bij de volgende verlengingszitting de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel met dwangverpleging aan de orde kunnen komen. Gelet op de benodigde behandelduur is het advies de TBS-maatregel met dwangverpleging te verlengen met één jaar.
Ter terechtzitting heeft de deskundige nog aangegeven dat betrokkene in de gaten gehouden moet worden, zeker in het kader van stressmanagement. Hierbij speelt vroegsignalering een belangrijke rol. Als alles in orde is en blijft, dan functioneert betrokkene goed, maar daar is wel toezicht bij nodig. De eerste stap nu is kijken of betrokkene zichzelf op langere termijn kan verzorgen. Betrokkene is namelijk nog voortdurend kwetsbaar, waardoor controle nodig is. Kwetsbaarheid zal weliswaar niet meteen gevaar opleveren, maar hoe een en ander zonder toezicht verloopt is nog onbekend. Het krijgen van een dagbesteding hoort ook bij de toekomst. Werken op de sociale werkplaats behoort tot de mogelijkheden maar daar is nog geen traject voor uitgezet. Het is belangrijk betrokkene niet te overvragen. Betrokkene is ook aangemeld voor een RIBW-setting. Hij is geaccepteerd, maar er zijn lange wachtlijsten. Bij een voorwaardelijke beëindiging zal de reclassering meekijken bij het begeleid wonen. Doordat betrokkene zelfstandig gaat wonen op het terrein van de FPA kan tegen die tijd worden beoordeeld wat betrokkene kan en waar hij nog ondersteuning bij nodig heeft. Ook al is de overstap naar begeleid wonen buiten de kliniek nog niet gemaakt, is de kliniek van oordeel dat er tegen die tijd met behulp van de reclassering een voldoende kader geboden kan worden. Het is daarom niet onrealistisch om nu al van een voorwaardelijke beëindiging uit te gaan tegen die tijd.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De heer [terbeschikkinggestelde] heeft ter terechtzitting verklaard – zakelijk weergegeven – als volgt.
Het gaat goed met mij. Ik begrijp het advies van de inrichting en de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Ik vind de verlenging van de terbeschikkingstelling logisch, zodat ik vanuit ‘Wonen’ naar beschermd wonen van de RIBW kan gaan. Ik zit nu al 16 maanden op dezelfde plek, maar rond
1 februari 2012 ga ik naar de afdeling ‘Wonen’. Daar ben ik blij mee. Ik vind het fijn dat de ontwikkeling stapje voor stapje gaat. Ik moet elke dag aangeven hoe ik mij voel, dat gaat al lange tijd goed. Als het minder goed gaat, dan weet ik wat ik moet doen, welke acties ik moet ondernemen. Ik ben mij bewust van mijn stoornissen. Ik moet wel voorkomen dat ik stress of spanning krijg. Ik ben op verlof naar mijn familie geweest en dat is goed gegaan.
Ik heb met terugwerkende kracht een uitkering gekregen, daarom kon ik dure sieraden kopen, dat was impulsief, ik heb het toch maar niet gedaan.Ik weet dat sociale contacten belangrijk zijn, maar ik heb niet veel contact in de inrichting. Iedereen is wat op zichzelf. Ik oefen met eten in de ‘Bistro’, maar als er alleen varkensvlees te koop is, dan heb ik een probleem, want dat eet ik niet. Buiten de kliniek heb ik alleen contact met mijn familie. In de kliniek sport ik veel. Ik neem mijn medicijnen tegenwoordig ’s avonds rond een uur of 6 in, zodat ik ’s morgens wat fitter mijn bed uitkom.
De raadsman heeft ter terechtzitting verklaard – zakelijk weergegeven – als volgt.
De heer [terbeschikkinggestelde] vindt dat hij nu te lang op één plek gezeten heeft. Hij vindt het prima als zijn traject stapje voor stapje doorlopen wordt, maar er moet wel doorgepakt worden. Het is nu tijd voor een nieuwe stap. Hij vindt ook dat de stap naar een dagbesteding genomen moet worden. Hij is het verder eens met het advies om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Hij heeft op dit moment veel vrijheden en is niet ontevreden over zijn huidige situatie.
6 De beoordeling
De rechtbank is gebleken dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging is voldaan.
Het index delict betreft een poging tot doodslag.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen en met name gelet op het recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van [terbeschikkinggestelde] wordt verlengd.
Gelet op de rapportage, de toelichting van de getuige-deskundige ter terechtzitting en de verklaring van [terbeschikkinggestelde] zelf is de rechtbank van oordeel dat een verlenging met één jaar noodzakelijk is.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkinggestelde] voor de duur van één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.A.E. Somsen, voorzitter, mrs. M.J. Grapperhaus en N. van der Velden, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. P. Groot-Smits en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 2 januari 2012.
Mr. M.A.E. Somsen en mr. N. van der Velden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.