ECLI:NL:RBUTR:2012:BV2578
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van niet-nakomen sollicitatieverplichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 30 januari 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares, die in 2009 was uitgesproken. De bewindvoerder had verzocht om beëindiging van de regeling, omdat de schuldenares haar verplichtingen, waaronder de sollicitatieverplichting, niet naar behoren zou zijn nagekomen. De schuldenares had sinds mei 2011 geen relevante informatie aan de bewindvoerder verstrekt en had niet aantoonbaar gesolliciteerd. Tijdens de zitting op 28 november 2011 verklaarde de schuldenares echter dat zij per februari 2012 fulltime als gastouder aan de slag zou gaan, hoewel haar inkomen onder het minimumloon zou liggen.
De rechtbank oordeelde dat de schuldenares, ondanks haar aanstaande werk als gastouder, nog steeds verplicht was om te solliciteren naar een beter betaalde baan. De rechtbank nam kennis van de omstandigheden waaronder de schuldenares haar verplichtingen had verzuimd en concludeerde dat het niet nakomen van de sollicitatieverplichting op zich voldoende was om de regeling tussentijds te beëindigen. Echter, gezien de recente ontwikkelingen, zoals het aantonen van werk en het inlopen van de boedelachterstand, besloot de rechtbank om het verzoek tot beëindiging van de schuldsaneringsregeling af te wijzen.
De rechtbank benadrukte dat de schuldenares gedurende de resterende looptijd van de regeling moet blijven voldoen aan haar verplichtingen en dat zij moet aantonen dat zij in staat is om aan alle voorwaarden van de schuldsaneringsregeling te voldoen. De rechtbank zal aan het einde van de reguliere looptijd beoordelen of de duur van de regeling moet worden verlengd, om het niet voldoen aan de sollicitatieverplichting gedurende elf maanden goed te maken.