ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6903
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde straf na niet-naleving van voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 13 januari 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De veroordeelde was niet ter zitting aanwezig en had niet aangetoond zich in de toekomst aan de opgelegde voorwaarden te willen houden. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de officier van justitie, die de tenuitvoerlegging van de straf had gevorderd, moest worden toegewezen. De veroordeelde had eerder een gevangenisstraf van 120 dagen opgelegd gekregen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met specifieke voorwaarden waaronder begeleiding door Centrum Maliebaan en verblijf bij Het Blauwe Huis in Utrecht.
De procedure omvatte verschillende stukken, waaronder een rapport van Centrum Maliebaan en de vordering van de officier van justitie. Tijdens de zitting werd de reclasseringswerker Dölle gehoord, die bevestigde dat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De officier van justitie stelde dat een gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de straf niet zou motiveren tot verbetering van het gedrag van de veroordeelde.
De verdediging pleitte voor een kans voor de veroordeelde om zich te rehabiliteren, maar de rechtbank oordeelde dat er geen reden was om de behandeling aan te houden. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde niet had aangetoond zich aan de afspraken te willen houden, en wees het verzoek van de raadsvrouw tot aanhouding af. Uiteindelijk werd de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf toegewezen, en werd de beslissing op 13 januari 2012 uitgesproken.