ECLI:NL:RBUTR:2012:BV8380
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- J.M. Bruins
- Y.A.T. Kruijer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van heling en brandstichting, veroordeling voor schuldheling van een auto en autosleutel
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Utrecht op 7 maart 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van heling van een Audi, brandstichting en heling van een BMW en bijbehorende autosleutel. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de heling van de Audi en de brandstichting, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of had moeten vermoeden dat de auto van diefstal afkomstig was. De rechtbank oordeelde dat het vluchtgedrag van de verdachte en de constatering van de politie dat de kentekenplaat vals was, niet voldoende bewijs opleverde voor de heling van de Audi. Evenzo was er geen bewijs voor de brandstichting, aangezien het niet kon worden vastgesteld hoe de brand was ontstaan.
De rechtbank heeft de verdachte echter wel schuldig bevonden aan schuldheling van de BMW en de bijbehorende autosleutel. De verdachte had een autosleutel van een gestolen BMW in zijn bezit, en de rechtbank oordeelde dat hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het om door misdrijf verkregen goederen ging. De rechtbank legde een werkstraf van 120 uren op, evenals een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken. De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten en de lange duur van de procedure, maar vond de opgelegde straf passend en rechtvaardig.
De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken, en hoe de rechtbank omgaat met de bewijsvoering en de rol van de verdachte in de beoordeling van de feiten. De zaak toont ook aan dat de rechtbank zorgvuldig afweegt of er voldoende bewijs is voor de tenlasteleggingen en hoe dit invloed heeft op de uiteindelijke beslissing.