ECLI:NL:RBUTR:2012:BW2165
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van gewapende overval op supermarkt
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 12 april 2012, stond de verdachte terecht op verdenking van het medeplegen van een gewapende overval op een supermarkt in De Bilt op 7 juli 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet één van de drie overvallers was en dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. De rechtbank concludeert dat de verdachte niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat hij informatie heeft verstrekt over de beveiliging van de supermarkt, wat zou kunnen leiden tot medeplichtigheid aan de overval. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en telecomgegevens in overweging genomen, maar deze waren niet voldoende om de betrokkenheid van de verdachte bij de overval te onderbouwen. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld voor medeplichtigheid, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. De verdachte is vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. De benadeelde partij, die schadevergoeding vorderde, is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade voortvloeide.