ECLI:NL:RBUTR:2012:BW3578
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Eelkema
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatig gelegd conservatoir beslag en de toepassing van wettelijke rente
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 april 2012 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiser, handelend onder de naam [naam], en gedaagde, de besloten vennootschap VABEOG AMERSFOORT B.V. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding als gevolg van onrechtmatig gelegd conservatoir beslag door Vabeog. Eiser stelt dat door deze onrechtmatige beslaglegging vertraging is opgetreden in de voldoening van een geldsom die Vabeog aan hem verschuldigd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen cassatieberoep is ingesteld tegen een eerder arrest van het gerechtshof Leeuwarden, waardoor dit arrest onherroepelijk is geworden. Dit arrest bevestigde dat Vabeog onrechtmatig heeft gehandeld door beslag te leggen op een deel van de koopsom die zij aan eiser verschuldigd was.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat artikel 6:119 BW niet rechtstreeks van toepassing is op de vordering van eiser, omdat deze niet gebaseerd is op vertraging in de voldoening van een geldsom, maar op onrechtmatige beslaglegging. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat de schade in redelijkheid kan worden begroot op een bedrag gelijk aan de wettelijke rente, aangezien de vertraging in de voldoening van de koopsom aan Vabeog kan worden toegerekend. De rechtbank heeft de schade vastgesteld op € 2.193,06, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 8 april 2009.
Daarnaast heeft de rechtbank Vabeog veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser zijn begroot op € 1.246,25. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Eelkema en openbaar uitgesproken op 18 april 2012.