ECLI:NL:RBUTR:2012:BX1380

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
5 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-712414-10
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in strafzaak wegens onjuiste procedure

Op 5 maart 2012 vond de behandeling van de strafzaak plaats voor de Rechtbank Utrecht, sector strafrecht, onder parketnummer 16/712414-10. De verdachte was niet verschenen, maar de officier van justitie, mr. A. Emmens, heeft haar standpunt kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft de dagvaarding van de verdachte beoordeeld en vastgesteld dat deze niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Dit leidde tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden.

De rechtbank heeft in haar vonnis, gewezen door de meervoudige kamer, de beslissing genomen dat de dagvaarding nietig is. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op dezelfde datum, 5 maart 2012, en is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, met uitzondering van mr. J.P.M. Schwillens, die buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk stichten van brand en het bedreigen van iemand, maar door de nietigheid van de dagvaarding kon de zaak niet verder worden behandeld.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de geldigheid van de dagvaarding cruciaal is voor de rechtsgang. Aangezien de verdachte niet ter terechtzitting was verschenen en de dagvaarding niet correct was, was er geen mogelijkheid om de zaak inhoudelijk te behandelen. Dit vonnis onderstreept het belang van een correcte procedure in strafzaken en de rechten van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/712414-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 maart 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1984] te [geboorteplaats]
wonende aan de [adres] te [woonplaats]
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is behandeld op de terechtzitting van 5 maart 2012. De verdachte is niet verschenen. De officier van justitie, mr. A. Emmens, heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
onder 1: opzettelijk brand heeft gesticht,
onder 2: iemand heeft bedreigd.
3 De voorvragen
De geldigheid van de dagvaarding.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding van de verdachte in de onderhavige zaak niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden.
Nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard.
4 De beslissing
De rechtbank verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Krol, voorzitter, mr. M.S. Koppert en mr. J.P.M. Schwillens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Prinsen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 maart 2012.
Mr. J.P.M. Schwillens is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.