ECLI:NL:RBUTR:2012:BX2085
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Ebbens
- P. Bender
- I.M. Vanwersch
- Rechtspraak.nl
Valsheid in geschrift door verdachte en medeverdachte met het doel geldbedragen te verkrijgen
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 11 juli 2012, is de verdachte beschuldigd van valsheid in geschrift, gepleegd in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 25 februari 2010. De verdachte en zijn medeverdachte hebben verschillende documenten vervalst, waaronder een jaarrekening en taxatierapporten, met als doel om geldbedragen van financiële instellingen te verkrijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader opzettelijk valse informatie hebben verstrekt in de jaarrekening van een bedrijf en in taxatierapporten, door onder andere de omzet te verhogen en de waarde van onroerend goed te manipuleren. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De verdediging heeft erkend dat het feit bewezen kan worden, en de rechtbank heeft de bekennende verklaring van de verdachte en andere bewijsmiddelen in overweging genomen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen en de onzekere situatie waarin hij zich bevond door een faillissement. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ernst van de feiten en de gevolgen voor de betrokken financiële instellingen zwaar wogen, maar dat er ook verzachtende omstandigheden waren die in het voordeel van de verdachte hebben meegewogen.