ECLI:NL:RBUTR:2012:BX2961

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
16 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16/711070-11 [P]
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.R. Krol
  • J.M. Bruins
  • Y.A.T. Kruijer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in strafzaak wegens diefstal en wapenbezit

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1964 en woonachtig in Tilburg, heeft de rechtbank Utrecht op 16 april 2012 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van twee feiten: het samen met anderen stelen van een auto, een ketting, een horloge, een geldbedrag en mobiele telefoons onder bedreiging met geweld op 19 mei 2011 te Amersfoort, en het voorhanden hebben van een vuurwapen op 19 juli 2011 te Tilburg. Tijdens de zitting op 2 april 2012 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, terwijl de verdediging de betrokkenheid van de verdachte ontkende en de betrouwbaarheid van de getuigen in twijfel trok.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank oordeelde dat de telefoniegegevens en de verklaringen van medeverdachten niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten.

De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank Utrecht, met mr. J.R. Krol als voorzitter, en mr. J.M. Bruins en mr. Y.A.T. Kruijer als rechters. De griffier, mr. S.E. Braam-van Toll, was ook aanwezig tijdens de uitspraak. Mr. Y.A.T. Kruijer was niet in de gelegenheid om het vonnis mee te ondertekenen. De beslissing van de rechtbank was een vrijspraak voor zowel feit 1 als feit 2, waarmee de verdachte werd ontlast van de beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/711070-11 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 april 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1964] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
raadsman mr. C. de Lange, advocaat te Tilburg.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 2 april 2012, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
op 19 mei 2011 te Amersfoort samen met anderen een auto, een ketting, een horloge, een geldbedrag en mobiele telefoons heeft gestolen onder bedreiging met geweld dan wel onder bedreiging met geweld het slachtoffer heeft gedwongen tot afgifte hiervan;
Feit 2
op 19 juli 2011 te Tilburg samen met anderen een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide feiten niet wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot feit 1 zijn de telefoniegegevens opvallend. Er is tevens een belastende verklaring van medeverdachte [medeverdachte], maar daar dient kritisch mee omgegaan te worden. Het signalement komt slechts overeen op het punt van de streepjes in de wenkbrauwen, maar de fotoconfrontatie met aangever was negatief. Er is te veel twijfel, waardoor de officier verzoekt verdachte vrij te spreken. Verdachte was geen inzittende van de Volvo waarin het vuurwapen is aangetroffen, waardoor verdachte ook voor feit 2 dient te worden vrijgesproken.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank voor zowel feit 1 als feit 2 van de tenlastelegging niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het volgende.
Ten aanzien van feit 1 ontkent verdachte elke betrokkenheid. De verdenkingen jegens verdachte berusten voornamelijk op de verklaring van medeverdachte [medeverdachte]. Zowel medeverdachte [medeverdachte] als aangever zijn volgens de verdediging geen betrouwbare getuigen.
De telefoongegevens kloppen niet en zijn onbetrouwbaar. Ook het signalement is geen deugdelijk aanknopingspunt. Daarnaast is een gewapende overval onaannemelijk nu er geen vuurwapen is gevonden. Ook blijkt niet dat er meer of anders dan de Volvo zou zijn weggenomen.
Ten aanzien van feit 2 ontkent verdachte. Er is geen bewijs dat verdachte in de Volvo heeft gezeten of dat hij iets te maken heeft gehad met het in het voertuig aanwezige vuurwapen. Ook bij de huiszoeking bij verdachte is niets gevonden dat in die richting wijst.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, zodat hij moet worden vrijgesproken.
5 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Krol, voorzitter, mr. J.M. Bruins en mr. Y.A.T. Kruijer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.E. Braam-van Toll, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 16 april 2012.
Mr. Y.A.T. Kruijer is niet in de gelegenheid dit vonnis mee te ondertekenen.