ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6449
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en ontslagvergoeding in het kader van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
In deze zaak heeft de kantonrechter op 30 augustus 2012 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en de Stichting Mitros. [Verzoeker], die sinds 1 mei 1994 in dienst was, verzocht om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst vanwege gewichtige redenen, aangezien haar functie om beleidsmatige redenen was komen te vervallen. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een bedrijfseconomisch ontslag, waarbij de werkgever geen verwijt kon worden gemaakt aan [verzoeker]. De kantonrechter kende een ontslagvergoeding toe van € 194.080,- bruto, gebaseerd op de kantonrechtersformule met een C-factor van 1. Mitros had geen verweerschrift ingediend en stelde dat de vergoeding te hoog was, gezien de maatschappelijke discussie over hoge ontslagvergoedingen in de publieke sector. De kantonrechter oordeelde echter dat de vergoeding gerechtvaardigd was, ondanks de inwerkingtreding van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNB), die een maximum van € 75.000,- voor ontslagvergoedingen introduceert. De kantonrechter besloot de proceskosten te compenseren, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak benadrukt de noodzaak om rekening te houden met de omstandigheden van de werknemer en de risico's die de werkgever draagt in dergelijke ontslagzaken.