ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6451
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een docent basisschool wegens onvoldoende functioneren
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 10 september 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een docent, [verweerder], die in dienst was van de Katholieke Scholenstichting Fectio. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er gewichtige redenen aanwezig zijn voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat [verweerder] onvoldoende functioneerde als leerkracht, ondanks eerdere begeleiding en coaching. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] niet voldeed aan de vereisten die aan een leraar worden gesteld, zowel pedagogisch als organisatorisch. Fectio had voldoende bewijs geleverd dat [verweerder] niet goed functioneerde, ondanks zijn eerdere goede prestaties op andere scholen.
De kantonrechter heeft het verweer van [verweerder] verworpen, waarin hij stelde dat zijn functioneren goed was en dat hij niet had moeten worden ontslagen. De rechter oordeelde dat de werkdruk en de omstandigheden niet als excuus konden dienen voor het onvoldoende functioneren. Bovendien was er geen reden voor disciplinaire maatregelen, aangezien de situatie niet onhoudbaar was. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 oktober 2012 en de proceskosten gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.
Daarnaast heeft de kantonrechter overwogen dat [verweerder] recht heeft op een vergoeding, maar dat deze niet boven de kantonrechtersformule uitkomt. De rechter heeft vastgesteld dat [verweerder] recht heeft op een uitkering gedurende acht en een half jaar, waarvan drie jaar in de WW en aansluitend 5,5 jaar op grond van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel. De kantonrechter heeft geen extra vergoeding toegekend bovenop de kantonrechtersformule, omdat er geen dringende reden voor de ontbinding was.