ECLI:NL:RBUTR:2012:BX8042

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
5 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-600879-10
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.R. Krol
  • I.M. Vanwersch
  • T. Reichardt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf na niet-naleving bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 5 september 2012 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden. De veroordeelde, die eerder op 14 maart 2011 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, heeft zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke straf waren verbonden. Deze voorwaarden omvatten onder andere dat de veroordeelde zich diende te gedragen naar de voorschriften van de Reclassering Nederland en zich diende te laten opnemen in een inrichting voor behandeling. De rechtbank heeft op basis van het advies van het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering, gedateerd 19 maart 2012, vastgesteld dat de veroordeelde deze voorwaarden niet heeft nageleefd.

De beslissing van de rechtbank volgde op een vordering van de officier van justitie, die op 20 april 2012 was ingediend. Tijdens de zitting op 22 augustus 2012 is de officier van justitie gehoord, terwijl de veroordeelde niet aanwezig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde op de juiste wijze was opgeroepen voor de zitting. Gelet op de niet-naleving van de bijzondere voorwaarden, heeft de rechtbank geoordeeld dat er termen aanwezig zijn om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf te gelasten.

De rechtbank heeft in haar overwegingen artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en heeft besloten om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van 5 maanden te gelasten. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. J.R. Krol, en de rechters mr. I.M. Vanwersch en mr. T. Reichardt, met mr. R. Willemsen als griffier. Mr. Reichardt was niet in staat om de beslissing mee te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
Parketnummer: 16/600879-10
Datum uitspraak: 5 september 2012
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
Beslissing van de rechtbank te Utrecht, meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 20 april 2012, strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij het onherroepelijk geworden vonnis van de meervoudige kamer in deze rechtbank van 14 maart 2011, in de zaak tegen de veroordeelde:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1976],
wonende te [woonplaats], [adres].
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- het vonnis van 14 maart 2011, waarbij de veroordeelde onder meer is veroordeeld tot - kort gezegd - een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafvordering, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die gegeven worden door of namens Reclassering Nederland en dat de veroordeelde zich zal laten opnemen en meewerkt aan een behandeling in Wier of in een soortgelijke inrichting, zolang als de leiding van Wier dan wel een andere inrichting in overleg met de reclassering dat wenselijk acht;
- een kennisgeving als bedoeld in artikel 366a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
- een advies van het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering d.d. 19 maart 2012, waaruit blijkt dat de veroordeelde voormelde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 22 augustus 2012, waarbij is gehoord de officier van justitie en waarbij is gebleken dat de niet verschenen veroordeelde op een bij de wet voorgeschreven wijze, onder betekening van voornoemde vordering, is opgeroepen tot bijwoning van het onderzoek.
OVERWEGINGEN:
Op grond van het onderzoek ter zitting, alsmede gelet op de inhoud van voormeld advies van het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering d.d. 19 maart 2012, oordeelt de rechtbank dat veroordeelde de hem in voormeld vonnis gestelde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd en acht zij termen aanwezig de tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden te gelasten.
De rechtbank heeft gelet op artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank:
Gelast de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, groot 5 maanden, welke voorwaardelijk is opgelegd bij voormeld vonnis.
Aldus gedaan door mr. J.R. Krol, voorzitter, mr. I.M. Vanwersch en mr. T. Reichardt, rechters, bijgestaan door mr. R. Willemsen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 5 september 2012.
Mr. Reichardt is buiten staat deze beslissing mee te ondertekenen.