ECLI:NL:RBUTR:2012:BX9851

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
28 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-712326-10
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in een strafzaak wegens verduistering

In de strafzaak voor de Rechtbank Utrecht, met parketnummer 16/712326-10, is op 28 augustus 2012 een vonnis gewezen. De zaak betreft de verdachte die in de periode van 4 december 2008 tot en met 29 oktober 2010 een aanzienlijk geldbedrag heeft verduisterd dat toebehoorde aan derden, terwijl hij in dienst was bij Patrimonium Woonstichting. De verdachte is echter niet verschenen op de terechtzitting, wat aanleiding gaf tot de vraag of de oproeping geldig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproeping van de verdachte niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de oproeping nietig te verklaren. De rechtbank oordeelde dat, gezien het feit dat de verdachte niet ter terechtzitting was verschenen, de rechtsgang niet op de juiste wijze kon worden voortgezet.

Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare zitting, waarbij de rechtbank de noodzaak van een correcte oproeping benadrukte als essentieel onderdeel van een eerlijke rechtsgang. De tenlastelegging is als bijlage aan het vonnis gehecht, maar de behandeling van de zaak kon niet verdergaan zonder de aanwezigheid van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector strafrecht
parketnummer: 16/712326-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 augustus 2012
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1978] te [geboorteplaats],
niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland.
Raadsman mr. J.P.A. van Schaik, advocaat te Veenendaal.
1 Onderzoek van de zaak
De behandeling van de zaak is aangevangen op de terechtzitting van 14 augustus 2012. Verdachte is niet verschenen. De officier van justitie heeft zijn standpunt hieromtrent kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 4 december 2008 tot en met 29 oktober 2010 een groot geldbedrag, toebehorende aan anderen dan aan verdachte, dat verdachte uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij Patrimonium Woonstichting onder zich had, heeft verduisterd.
3 De voorvragen
3.1 De geldigheid van de oproeping.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de oproeping van de verdachte in de onderhavige zaak niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden.
Nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen is de rechtbank van oordeel dat de oproeping nietig moet worden verklaard.
4 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart de oproeping nietig;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A.T. Engbers, voorzitter, mr. M.J. Veldhuijzen en mr. P.W.G. de Beer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Westerhout, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 augustus 2012.