ECLI:NL:RBUTR:2012:BY1498
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.L. Keijzer
- Rechtspraak.nl
Geschil over de terugvordering van te veel betaalde overdrachtsbelasting na wijziging van het belastingtarief
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Utrecht op 24 oktober 2012, gaat het om een geschil tussen [eiser] c.s. en [gedaagde] over de terugvordering van te veel betaalde overdrachtsbelasting. [eiser] c.s. hebben op 19 mei 2011 een woning gekocht van [gedaagde] voor een bedrag van € 329.000,00. Bij de aankoop hebben zij 6% overdrachtsbelasting betaald, maar na de aankoop is het tarief van de overdrachtsbelasting verlaagd naar 2%. [eiser] c.s. vorderen nu de terugbetaling van het verschil, dat neerkomt op € 11.406,00, plus rente en proceskosten.
[gedaagde] verzet zich tegen deze vordering en stelt dat tijdens de onderhandelingen en de koop rekening is gehouden met de 6% overdrachtsbelasting. Hij betoogt dat de teruggaaf van de overdrachtsbelasting onderdeel was van de koopprijs en dat de wijziging van het belastingtarief onvoorzien was. De kantonrechter oordeelt dat de datum van transport, 17 juni 2011, bepalend is voor het toepasselijke tarief, dat op dat moment 2% was. De rechter wijst erop dat [gedaagde] geen bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de kopers op de hoogte waren van de 6% overdrachtsbelasting.
De kantonrechter concludeert dat het beding in de koopovereenkomst niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is en dat [eiser] c.s. redelijkerwijs mochten aannemen dat de verplichting tot uitkering aan [gedaagde] gebaseerd was op de 2% overdrachtsbelasting. Het beroep van [gedaagde] op onvoorziene omstandigheden wordt verworpen, omdat de kantonrechter van oordeel is dat de instandhouding van het beding niet onaanvaardbaar is. De vordering van [eiser] c.s. wordt toegewezen, en [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten.