ECLI:NL:RBUTR:2012:BY6494
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie wegens overlijden van de verdachte
In de strafzaak tegen de verdachte, die is overleden, heeft de rechtbank Utrecht op 19 november 2012 uitspraak gedaan. De zaak werd behandeld in de meervoudige kamer onder parketnummer 16/655532-12. De raadsman van de verdachte, mr. R. Zilver, heeft zich aangesloten bij de conclusie van de officier van justitie, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in de vervolging vanwege het overlijden van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. De rechtbank oordeelde dat, op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. Hierdoor werd de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters en de griffier.