ECLI:NL:RBZLY:2004:AR2697
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een concurrentiebeding in kort geding tussen GMB TECH (HOLLAND) B.V. en een voormalig werknemer
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 22 september 2004 uitspraak gedaan in een kort geding tussen GMB TECH (HOLLAND) B.V. en een voormalig werknemer, aangeduid als [gedaagde]. GMB vorderde een bevel aan [gedaagde] om zich te onthouden van betrokkenheid bij verkoopactiviteiten van computeronderdelen en -accessoires binnen de Benelux, op straffe van een dwangsom. De werknemer had eerder een arbeidsovereenkomst met GMB, waarin een concurrentiebeding was opgenomen. Na zijn vertrek bij GMB trad hij in dienst bij Asbis B.V., een concurrent van GMB, wat volgens GMB een schending van het concurrentiebeding inhield.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het concurrentiebeding niet te vaag of te veelomvattend is, en dat [gedaagde] zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan een overtreding van dit beding door werkzaamheden te verrichten die vergelijkbaar zijn met die hij voor GMB verrichtte. De rechter oordeelde dat GMB een spoedeisend belang had bij het handhaven van het concurrentiebeding, maar beperkte de werking ervan tot zes maanden, gezien de korte duur van het dienstverband van [gedaagde] bij GMB en de aanzienlijke beperking die het beding voor hem met zich meebracht.
Daarnaast werd de reconventionele vordering van [gedaagde] om het concurrentiebeding te schorsen toegewezen, maar werd zijn verzoek om een vergoeding van GMB afgewezen. De rechter oordeelde dat [gedaagde] de procedure zelf had uitgelokt door niet openhartig te zijn over zijn nieuwe dienstverband. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.