ECLI:NL:RBZLY:2004:AR2698
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel op basis van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
In deze zaak heeft de besloten vennootschap RIXAX SCHOONMAAKBEDRIJF B.V. verzet aangetekend tegen een dwangbevel dat is uitgevaardigd door de stichting STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR HET GLAZENWASSERS- EN SCHOONMAAKBEDRIJF. Het dwangbevel, dat op 30 maart 2004 aan de werkgeefster is betekend, vorderde een bedrag van € 133.979,84, inclusief vervallen rente en invorderingskosten, op basis van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. De werkgeefster betwistte de hoogte van de vordering en voerde aan dat er geen wettelijke grondslag zou zijn voor de premieheffing voor personeel waarvan de arbeidsovereenkomst al geruime tijd was beëindigd. Daarnaast stelde zij dat er een betalingsregeling was getroffen met de administrateur van het pensioenfonds, Relan Pensioen B.V., die niet werd nageleefd door het pensioenfonds.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgeefster tijdig verzet heeft ingesteld en dat de tenuitvoerlegging van het dwangbevel is geschorst voor zover deze door het verzet wordt bestreden. De rechter heeft de verweren van de werkgeefster beoordeeld en geconcludeerd dat het verzet gegrond is voor de invorderingskosten die hoger zijn dan het redelijke tarief van € 2915,50, maar ongegrond voor het overige. De kantonrechter heeft de werkgeefster veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, waarbij het pensioenfonds in het gelijk is gesteld voor het grootste deel van de vordering.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers onder de Wet verplichte deelneming en de mogelijkheden voor pensioenfondsen om achterstallige premies te vorderen. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de werkgeefster niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer en dat de klachten over de facturering niet substantieel genoeg waren om het dwangbevel te schorsen. De zaak illustreert de juridische complexiteit rondom pensioenpremies en de verantwoordelijkheden van werkgevers.