ECLI:NL:RBZLY:2004:AR6446
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. Heeregrave
- L.T. Wemes
- C.W. van Kooten
- Rechtspraak.nl
Vernietiging dagvaarding en bewezenverklaring van deelname aan criminele organisatie en hennepkwekerij
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 7 september 2004, is de verdachte, bijgestaan door mr. K. Kok, aangeklaagd voor verschillende strafbare feiten, waaronder deelname aan een criminele organisatie en het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor het onder 3 subsidiair ten laste gelegde nietig is, omdat de officier van justitie niet voldoende feitelijke gedragingen heeft vermeld die aan de verdachte kunnen worden verweten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het onder 3 primair en 5 primair ten laste gelegde, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig was.
De rechtbank heeft echter wel bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, en diefstal door twee of meer verenigde personen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met een uittreksel uit het algemeen documentatieregister van de justitiële documentatiedienst, waaruit blijkt dat de verdachte eerder met justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarbij de aard en ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de hennepkwekerijen zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De rechtbank heeft geen bijzondere omstandigheden gevonden die tot een andere beslissing zouden moeten leiden. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de opgelegde straf.