ECLI:NL:RBZLY:2004:AR8670
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. Heeregrave
- H.F.J.M. Schröder
- C.W. van Kooten
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan (voorwaardelijk) opzet op brandstichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 23 december 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van brandstichting. De officier van justitie, mr. E.E.G. Duijts, eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en een schadevergoeding van € 1.000,00 aan de benadeelde partij, de Gemeente Kampen. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. K. Spoor, verklaarde dat hij ervan uitging dat het plastic krat dat hij op het dak gooide niet meer brandde. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de getuigen in overweging genomen en vastgesteld dat er geen opzet was om brand te stichten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich niet willens en wetens had blootgesteld aan de aanmerkelijke kans op brand, en dat er dus geen sprake was van (voorwaardelijk) opzet, maar van bewuste schuld. Aangezien deze laatste niet ten laste was gelegd, werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De benadeelde partij, de Gemeente Kampen, werd niet ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank heeft bepaald dat de vordering van de benadeelde partij alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend.