ECLI:NL:RBZLY:2004:AT4588

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
2 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
23861 CV 04-1524
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarend beding in overeenkomst tot stand gekomen via internet

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 2 september 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, eiser, en een gedaagde die een proefabonnement op een erotische website had afgesloten. Eiser vorderde betaling van een bedrag van € 332,20, vermeerderd met rente, omdat gedaagde het abonnement niet tijdig had opgezegd. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij slechts een proefabonnement had afgesloten en niet op de hoogte was van de automatische verlenging naar een jaarabonnement.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde een inlognaam en wachtwoord had ontvangen en akkoord was gegaan met de algemene voorwaarden van de website. Echter, eiser kon niet aantonen dat gedaagde voldoende geïnformeerd was over de automatische verlenging van het abonnement. De rechter oordeelde dat het beding dat gedaagde verplichtte om schriftelijk op te zeggen om een verlenging te voorkomen, onredelijk bezwarend was in de zin van artikel 6:233 BW. Dit artikel stelt dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is als het onredelijk bezwarend is voor de consument.

De rechter concludeerde dat gedaagde, gezien zijn beperkte gebruik van de website en het feit dat hij slechts één keer had ingelogd, niet de intentie had om een langdurige overeenkomst aan te gaan. Bovendien had eiser, als aanbieder van het proefabonnement, de verantwoordelijkheid om duidelijk te maken dat het abonnement automatisch verlengd zou worden. De rechter oordeelde dat eiser niet had voldaan aan deze verplichting en dat het beding vernietigd moest worden. Hierdoor was gedaagde niet verplicht om abonnementsgeld te betalen en werd de vordering van eiser afgewezen. Eiser werd bovendien veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

R E C H T B A N K Z W O L L E – L E L Y S T A D
sector kanton – locatie Deventer
Zaaknr.: 238615 CV 04-1524
datum : 2 september 2004
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap [EISER]
h.o.d.n. Lis b.v. i.o., [Eiser] b.v. i.o., XS2VIEW en XLNED b.v.,
gevestigd te Emmen,
eisende partij, verder te noemen: “[eiser]”,
gemachtigde mr. G.F.M.G. Heutink, advocaat te Apeldoorn,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende [woonplaats],
gedaagde partij, verder te noemen: “[gedaagde]”,
procederend in persoon.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding d.d. 25 mei 2004, ten verzoeke van [eiser] uitgebracht,
- het antwoord d.d. 10 juni 2004 van [gedaagde],
- de repliek d.d. 8 juli 2004 van [eiser] en
- de dupliek d.d. 5 augustus 2004 van [gedaagde].
Het geschil
De vordering van [eiser] strekt er toe dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 332,20, vermeerderd met de contractuele rente van 2% per maand over € 239,95 vanaf 4 mei 2004, met zijn veroordeling in de kosten van de procedure.
[gedaagde] heeft de vordering bestreden en de afwijzing daarvan bepleit.
De beoordeling
1.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] van [eiser] een inlognaam en een wachtwoord heeft toegezonden gekregen en dat [gedaagde] vervolgens, met behulp van die inlognaam en wachtwoord, een door [eiser] geëxploiteerde erotische website heeft bezocht. Tevens is onomstreden dat [gedaagde] daarbij akkoord is gegaan met een proefabonnement voor de duur van één maand op die site en in dat kader een icoontje omtrent algemene voorwaarden heeft aangevinkt. Uit de door [eiser] daartoe overgelegde, niet door [gedaagde] weersproken, bescheiden kan worden afgeleid dat deze aanmelding en daarop gevolgde activering van het door [eiser] aan [gedaagde] toegekende wachtwoord hebben plaatsgevonden op 16 respectievelijk 17 oktober 2002.
2.
Partijen strijden er over of bij bovenbedoelde aanmelding en activering van het toegekende wachtwoord het [gedaagde] duidelijk had moeten zijn dat hij na het proefabonnement gebonden zou zijn aan een “platinum membership” ofwel een abonnement voor de duur van één jaar.
2.1
Voor zover [eiser] zich erop beroept dat op de door [gedaagde] bezochte website duidelijk staat vermeld “dat de proefperiode van één maand zonder schriftelijke opzegging automatisch wordt omgezet in een Platinum Membership” is dat zonder succes. [eiser] heeft weliswaar prints overgelegd van hoe haar website is ingericht en waaruit dergelijke vermelding blijken doch zij heeft niet gesteld noch is zulks anderszins gebleken, dat die website met bijbehorende vermelding al medio oktober 2002 zo was ingericht. Dit komt belang toe nu [gedaagde] bij antwoord onmiskenbaar heeft aangevoerd dat hij, gezien de vermelding op de website, alleen akkoord is gegaan met een proefabonnement en met algemene voorwaarden. Uit de door [eiser] overgelegde prints aangaande [gedaagde]s aanmelding en activering van het wachtwoord kan evenmin worden afgeleid dat hem daarbij is meegedeeld dat hij het proefabonnement schriftelijk zou hebben op te zeggen. Gelet daarop en gezien het feit dat [eiser] geen bewijs van haar stellingen heeft aangeboden, dient aan die stellingen als onvoldoende aannemelijk geworden voorbij te worden gegaan.
2.2
Voor zover [eiser] zich voor voortzetting van het abonnement baseert op een daartoe strekkende bepaling 2.11 (“Special Try-out Membership: aanbieder geeft gebruiker gedurende 1 maand toegang tot de content. Gebruiker betaalt de eerste maand niets. Zonder opzegging, binnen deze periode door de gebruiker, zal het membership automatisch overgaan in een Platinum Membership”) in haar algemene voorwaarden, waarmee [gedaagde] akkoord is gegaan, geldt dat [gedaagde]s verweer dat het onredelijk is dat een proefabonnement zonder schriftelijke opzegging automatisch wordt verlengd, kennelijk gebaseerd is op het bepaalde in dwingendrechtelijke artikel 6:233 aanhef en sub a. BW. Dat artikel bepaalt dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijdse kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is.
2.3
In dit geval gaat het om de wederzijdse belangen en de overige omstandigheden van het geval die zodanig zijn dat zij tot vernietiging van het beding dienen te leiden. [gedaagde] heeft immers onweersproken gesteld dat hij - aan het directe begin van de proefperiode - de website slechts éénmaal heeft bezocht en toen heeft vastgesteld dat die site niets voor hem was omdat hij inbelde via een modem en niet beschikte over een zogenaamde “breedband”-verbinding. Daardoor is voldoende aannemelijk dat [gedaagde] nimmer de bedoeling heeft gehad om langer dan die proefperiode van één maand een overeenkomst aan te gaan.
Daarbij komt dat bij een aanbieding van een (gratis) proefabonnement van een maand, de daarin geïnteresseerde in het algemeen niet bedacht behoeft te zijn op een automatische verlenging van dat abonnement met bijbehorende betalingsverplichting indien hij niet tijdig te kennen geeft een verlenging niet op prijs te stellen. Van een aanbieder als [eiser] had in redelijkheid mogen worden verwacht dat zulks op heldere wijze aan de geïnteresseerde duidelijk zou worden gemaakt, hetgeen, zoals hierboven is aangenomen, niet het geval is geweest.
Tot slot dient in aanmerking te worden genomen dat niet valt in te zien dat [eiser], zeker in het licht van het slechts éénmalige bezoek van haar site door [gedaagde], niet zelf [gedaagde] had kunnen benaderen met de vraag of deze een voortzetting van het abonnement zou willen. De elektronische wijze (e-mail) waarop partijen met elkaar konden communiceren, en ook hebben gecommuniceerd, had immers op eenvoudige wijze tot de gewenste duidelijkheid kunnen leiden, zodat te minder te begrijpen valt dat het [gedaagde] zou moeten zijn die, dan nog eens schriftelijk, [eiser] had moeten laten weten geen voortzetting te willen.
2.4
Het voorgaande leidt de slotsom dat het onder r.o. 2.2 vermelde beding als onredelijk bezwarend moet worden vernietigd. Dit betekent dat de verlenging van het abonnement voor de duur van één jaar niet geldt en dat [gedaagde] om die reden geen abonnementsgeld aan [eiser] is verschuldigd. De gevorderde hoofdsom alsmede de nevenvorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
3.
[eiser] zal in de kosten van deze procedure worden veroordeeld als nader in het dictum te melden.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering van [eiser] af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. W.F. Boele, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 2 september 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.