ECLI:NL:RBZLY:2005:AR8668
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot verwerping van een nalatenschap door minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 3 januari 2005 een beschikking gegeven op een verzoek tot machtiging om namens minderjarige kinderen een nalatenschap te verwerpen. De verzoekster, wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige kinderen, heeft verzocht om deze machtiging omdat de kinderen al geruime tijd bij hun hertrouwde moeder in Duitsland wonen en geen contact hebben gehad met hun vader. De nalatenschap van de vader, die in Nederland is, blijkt waarschijnlijk niet voldoende om de begrafeniskosten te dekken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter in beginsel geen rechtsmacht heeft, omdat de minderjarigen geen woon- of verblijfplaats in Nederland hebben. Echter, op basis van artikel 9 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961, heeft de kantonrechter besloten dat er bijzondere omstandigheden zijn die het mogelijk maken om het verzoek in Nederland te beoordelen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de machtiging tot verwerping in het belang van de minderjarigen is, gezien de emotionele belasting en de afstand tot de woning van de erflater. De kantonrechter heeft de verzoekster de gevraagde machtiging verleend, met de opmerking dat deze machtiging haar kracht verliest zodra de bevoegde Duitse rechter een maatregel treft.