ECLI:NL:RBZLY:2005:AS6916
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst door onenigheid over borstvoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 22 februari 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Van der Wijk Modebeheer B.V. en een werkneemster, mevrouw X, over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster had na haar bevallingsverlof aangegeven borstvoeding te willen geven en had hiervoor een verzoek ingediend om op maandagmiddagen af te kolven. De werkgever, Van der Wijk Modebeheer B.V., was niet bereid om de winkel tijdens deze tijd te sluiten of om de extra kosten van kinderopvang te vergoeden. Dit leidde tot een onherstelbare verstoring van de arbeidsverhouding, waardoor zowel de werkgever als de werkneemster ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzochten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever verantwoordelijk is voor de organisatie van het werk en de kosten die daarmee gepaard gaan. De rechter oordeelde dat de werkgever niet voldoende had aangetoond dat de werkneemster niet in staat was om haar kinderopvang te regelen en dat de opstelling van de werkgever onredelijk was. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 31 maart 2005 en een billijke vergoeding van € 8.000,- bruto aan de werkneemster toegekend. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers ten aanzien van werkneemsters die borstvoeding geven en de noodzaak om redelijke oplossingen te bieden voor werkonderbrekingen in verband met borstvoeding of afkolven. De rechter heeft de werkgever erop gewezen dat het niet aan de werkneemster is om de kosten van kinderopvang te dragen in situaties waarin de werkgever niet meewerkt aan een redelijke oplossing.